Eindbestemming Nederland
Inmiddels zijn we bijna 2 maanden thuis en zijn we van de reizende wereld overgestapt in de werkende wereld. Een flinke overgang, maar met de week raken we beter gewend aan Nederland. We willen graag een afsluitende post op onze website zetten om hiermee onze reis echt af te sluiten. Daarom is hieronder onze echte laatste blog te lezen over onze belevenissen in Nederland en afsluitend aan de hand van vragen een terugblik op ons prachtige reisjaar.
Na 366 dagen landt de Airbus A380 waar we in zitten op Schiphol. Een wandeling van 20 minuten brengt ons van deze grote kist naar de paspoortcontrole. Snel via de zelfscan naar de bagagebelt. Helaas zijn de ramen die tussen ons de aankomsthal instaan geblindeerd, dus we kunnen niet alvast naar onze familie en vrienden zwaaien. Het wachten op de bagage duurt veel te lang, maar uiteindelijk lopen we met onze lichte backpacks (het meeste van onze kleding is in Afrika achtergebleven) door de deuren waar ons ontvangstcomité ongeduldig staat te wachten en erg blij is ons weer te zien. Ook voor ons is het heerlijk om hen na precies een jaar weer in de armen te sluiten! Een bakkie koffie bij Starbucks is veel te snel op om echt bij te kletsen, maar genieten is het wel om iedereen weer te zien.
Na een paar dagen bij de ouders gaan we naar ons oude appartement in hartje Rotterdam. Dezelfde plek die we een jaar eerder gedag hebben gezegd is nu ons nieuwe huis. Als onze spullen uitgepakt zijn en hun plek hebben gekregen voelt het alsof we nooit weggeweest zijn of hoogstens een korte vakantie hebben gehad. Het centrum van Rotterdam is wel wat veranderd. In de Witte de Withstraat is een aantal leuke tentjes geopend, halfafgebouwde torenflats zijn nu bewoond en langs de Maas zijn leuke grasveldjes aangelegd.
Om niet helemaal te vergeten dat we een fantastisch jaar hebben gehad beginnen we meteen met het maken van een fotomuur van de mooiste plaatjes. Foto's uitkiezen blijkt best lastig te zijn met een collectie van bijna 20.000 exemplaren. Het resultaat is een prachtige muur die ons doet terugdenken aan alle mooie bestemmingen elke keer als we aan ons bordje Hollandse kost zitten. De foto's houden zo alle verhalen die langzaam wegzakken fris in het geheugen.
Ondertussen spreken we met vrienden af met wie we een jaar lang alleen maar via Skype en e-mail contact hebben gehad. De interesse van hen maakt ons enthousiast om die dingen te vertellen die niet op onze blog te lezen waren en wakkert het reisgevoel in ons weer aan. Maar wij vinden het ook erg waardevol om te horen hoe het met hen in Nederland ging en gaat. Het is mooi om te zien dat je na een jaar lang elkaar niet zien gelukkig weer heel eenvoudig met elkaar de draad kan oppakken.
Naast ons huis op orde brengen, gezellig afspreken met vrienden en ons weer thuis voelen in Nederland is het vinden van een nieuwe baan ook niet onbelangrijk. Dat lukt gelukkig heel goed. Voor Ilse zit de eerste maand werken er inmiddels op. Zij vult een aantal zwangerschapsverloven op bij een ander onderdeel van haar oude werkgever. Ook Marcel heeft de eerste weken in een nieuwe functie achter de rug. Toevallig ook bij zijn oude werkgever. Het lijkt wel of er niets veranderd is! Met allebei nieuw (tijdelijk) werk sluiten we voor ons gevoel echt een periode van vrijheid af.
Terug in Nederland is iedereen nieuwsgierig naar onze wereldreis en onze thuiskomst. Op de meestgestelde en leukste vragen geven we hieronder (nog een keertje) antwoord.
Leukste land?
Het lijstje van meestgestelde vragen wordt onbedreigd aangevoerd door de vraag welk land nou het leukste was. Een kort antwoord op deze vraag is dat we niet één favoriet hebben, maar een aantal interessante, mooie, fijne landen. Favoriet bij ons zijn India (vanwege het contrast met NL), Nepal (schitterende natuur, vriendelijke mensen), Australië (relaxte sfeer, vrijheid met kamperen, oud&nieuw Sydney), Tanzania en Kenia (safari's), Cambodja (aardige mensen, geschiedenis nog overal voelbaar).
Vast erg duur?
Iedereen wil het weten, maar niet iedereen durft het direct te vragen: 'Hoeveel kost zo'n jaar reizen nou?' Wij hebben met z'n tweeën dit jaar ongeveer 44.000 euro uitgegeven. 2.000 euro daarvan ging in de voorbereiding zitten. Vliegtickets waren goed voor bijna 6.000 euro en visa kostten ons ruim 1.000 euro. Voor alle toekomstige (wereld)reizigers die op zoek zijn naar wat meer financiële informatie hebben we per land een bestedingsoverzicht gemaakt. De kosten per dag zijn voor 2 personen:
Herkende Mollie jullie nog?
Ruim een jaar geleden heeft Mollie, onze kat, een nieuw huis gevonden bij Ilse's ouders. Natuurlijk waren wij erg benieuwd of het beestje ons nog herkende. Als we Mollie voor het eerst zien, lijkt er toch een soort herkenning te zijn bij het diertje. In ieder geval komt ze vaak en lang bij ons zitten en vindt ze het heerlijk om door ons geaaid te worden. We weten het zeker, ze weet nog dat wij haar oude baasjes waren. Of is het gewoon een enorme knuffelkat die naar iedereen komt?
Zijn jullie al weer ‘geland' in het Nederlandse leven?
Inmiddels kunnen we hier steeds meer volmondig ja opzeggen. Maar in het begin is het erg wennen en moeten we toegeven dat er zeker wat dipjes zijn geweest. De eerste weken voelt het alsof we maar een paar weken zijn weg geweest en soms zelfs alsof we een jaar in de tijd zijn terug gegooid. Daarom besluiten we snel foto's op de te hangen om de waanzinnige herinneringen levend te houden. En als er dan ook nog eens muziek op de radio voorbij komt die voor ons centraal staat voor de reis, dromen we weer even weg.Ook moeten we in het begin wennen aan de Nederlandse cultuur en mentaliteit, die zeker in een stad als Rotterdam sterk naar voren komt. Wij vinden onszelf als Nederlanders altijd erg gastvrij, maar dat zijn we eigenlijk niet. Waarom elkaar helpen als je ook gewoon door kan lopen? En lekker voordringen bij de kassa zodat jij maar het snelste klaar bent. Het korte lontje zien we de eerste weken ook voor ons gevoel opvallend vaak voorbij komen. We hebben zoveel verschillende landen bezocht waarbij het gemeenschapsgevoel sterker lijkt te leven. Bovendien vorm je als reizigers onderling ook snel een gemeenschap. Je kiest immers allemaal bewust ervoor om naar bepaalde landen af te reizen en je open te stellen voor een nieuwe cultuur. Toch kunnen we nu zeggen dat we steeds beter gewend zijn en ook genieten van de Nederlandse cultuur en we dit echt ons thuis noemen. Het weer gezellig afspreken met familie en vrienden, en weer aan het werk zijn helpen hier erg bij.
Over twee jaar weer voor lange tijd op reis?
Na nog geen twee maanden thuis wordt ons nu al vaak gevraagd of het niet weer begint te kriebelen. Niet vreemd, we zijn immers al twee keer voor lange tijd weg niet. We ontkennen dan ook niet dat we al genoeg ideeën hebben voor de eerstvolgende vakantie. Maar een lange reis zoals afgelopen jaar, dat is toch echt wat anders. We hebben er enorm van genoten en hadden dit niet willen missen. Het klinkt cliché, maar we ervaren het echt als een verrijking. Toch hebben we er ook een lange tijd van alles voor aan de kant gezet. Het sparen betekende ook dat we vaker nee aan onszelf en vrienden moesten verkopen. Nu we daar weer veel vrijer mee om kunnen gaan genieten we daar enorm van. Bovendien willen we ook verder met ons leven in Nederland en volgende stappen maken. Zoals een keer een echt huis kopen. Vakanties naar verre bestemmingen blijven er zeker, dat kunnen we niet missen. Maar nog een jaar er tussenuit zien we voorlopig niet gebeuren. En dat moest vast ook een hele geruststelling zijn voor onze familie en vrienden.
Zijn jullie vaak ziek geweest?
Op de één of andere manier zijn mensen hier ook erg nieuwsgierig naar. Die verre landen worden vaak geassocieerd met ziek worden. We vinden zelf dat we erg mazzel hebben gehad. Van eten zijn we zeker meerdere keren ziek geworden, dat is hoe goed je ook oplet niet te voorkomen. Daarbij staat die keer in China overigens met stip bovenaan. We hebben nooit geweten dat je je zo ziek kan voelen van eten. En we mochten op dat moment ook nog eens voor 48 uur de trein in naar Lhasa. Daarnaast is Marcel natuurlijk een keer te gebeten door een hond waardoor we direct naar een kliniek moesten voor een extra Rabiësshot (gelukkig in Nederland al vaccinatie gehaald waardoor twee extra shots voldoende waren) en hebben we een paar keer lichte koorts gehad. Maar al met al hebben onze lichamen het prima doorstaan.
Tenslotte willen wij jullie enorm bedanken voor het volgen van onze website, het plaatsen van reacties, de telefoontjes, het sturen van mailtjes en berichtjes op Facebook. Zo ver van huis is het heel fijn om berichten vanuit thuis te krijgen en daar keken we dan ook altijd echt naar uit. Wij kijken terug op een gigantisch waanzinnig mooi jaar en het is heerlijk om dat onder andere via deze weg met jullie gedeeld te hebben. Thanks en voor wie we nog niet ‘live' gezien hebben; tot snel!
Zonnig einde op Zanzibar
365 dagen zijn we weg van huis, maar morgen komt er toch echt een einde aan ons avontuur. Net na de middag landt ons vliegtuig op Nederlandse bodem en kunnen we na precies een jaar onze familie en vrienden weer begroeten. Daar kijken we erg naar uit! Toch voelt het ook wel echt als het einde van een heerlijke periode vol vrijheden. Gelukkig hebben we de laatste paar weken de tijd gehad om aan dat idee te wennen en nog eens terug te denken aan alle hoogtepunten van het afgelopen jaar. Dat hebben we gedaan op het zonnige Zanzibar, een heerlijk einde van een prachtige reis!
Voor we het zonnige kruideneiland Zanzibar opzoeken, verblijven we eerst op een prachtige plek in het noorden van het Tanzania. De lodge waar we slapen ligt bovenop een berg bij het kleine gehuchtje Mambo. Vanaf deze plek hebben we werkelijk een adembenemend uitzicht op de vlaktes die een paar honderd meter lager liggen. Niet alleen de views hier zijn enorm mooi, ook het verhaal achter de lodge spreekt ons erg aan. Twee Nederlanders zijn deze lodge gestart om de arme lokale bevolking vooruit te helpen. Zij hebben een baan in de lodge en bovendien wordt er geld verdiend waarmee een groot aantal lokale projecten wordt gefinancierd. Ook helpen ze mensen zelf een business op te zetten. Een heel mooi concept!
Vanuit de lodge wandelen we een dag in de omgeving en maken we kennis met het authentieke dorpsleven in Tanzania. Kinderen hier vinden het leuk om op de foto gezet te worden en dan zichzelf terug te zien, zonder dat ze hun handje voor geld ophouden. Erg leuk om de enthousiaste kids en de vriendelijke dorpsbewoners te zien. Aan de andere kant vinden we het confronterend om de armoede van de bevolking van dichtbij te ervaren. De rest van ons verblijf op deze prachtige plek genieten we van de rust en de ontspannen sfeer die hier hangt. 's Avonds dineren we met de andere gasten (waaronder flink wat gezellige Nederlanders) aan de eettafel. Het huiskamergevoel dat dit oproept wordt nog eens versterkt door het haardvuurtje dat op de achtergrond knispert. En dat vuurtje is meer dan welkom want het koelt hier flink af 's avonds. Het is tenslotte winter in Tanzania.
Na vier heerlijke dagen laten we de bergomgeving en de kille nachten van het noorden achter ons en reizen we naar de kust. Hier is het gelukkig aangenaam warm en zonnig. We reizen in een paar etappes naar Zanzibar. Onderweg stoppen we aan de kust bij Pangani waar we van het heerlijke weer genieten voor we naar de grootste stad van Tanzania reizen. Vanaf Dar es Salaam - een stad zonder echte hoogtepunten - vliegen we naar Zanzibar. Al een paar maanden geleden hadden we dit eiland als eindbestemming voor onze trip bedacht. Lange tijd leek het ver weg, maar als we na een korte vlucht landen op Zanzibar voelen we dat het einde van onze reis echt nadert. Gelukkig hebben we nog ruim een week om te genieten van de lekkere sfeer die erop het eiland hangt.
De eerste paar dagen op Zanzibar verblijven we in Stone Town. Deze stad is een plek waar de Arabische, Indiase en Afrikaanse culturen samengesmolten zijn. De bevolking is er overwegend moslim en dat merken we als 's nachts om 3 uur door de luidsprekers van de moskee naast ons raam de mensen worden gewekt voor de laatste maaltijd voor zonsopgang, het is namelijk Ramadan. Overdag genieten we van het rondslenteren door het sfeervolle stadje. 's Avonds eten we op straat aan het water een heerlijke Zanzibar pizza terwijl de zon wegzakt achter de horizon. Ook ontmoeten we hier nog twee Rotterdammers met wie we in de omgeving van Mambo hebben gewandeld. Vanuit Stone Town ontdekken we waar Zanzibar bekend om is, de vele verschillende kruiden. Bij een bezoek aan een plantage zien we hoe de kruiden groeien voordat ze in het kruidenrek in onze keuken belanden.
Jambiani is de swingend klinkende naam van het dorpje waar we vanuit Stone Town heen reizen. Aan de oostkust van Zanzibar genieten we op deze relaxte plek nog van een aantal dagen zon, het mooie witte strand en de prachtige blauwe kleur van het water, waar we geen genoeg van kunnen krijgen. Wat een paradijs! De ontspannen sfeer hier geeft ons de gelegenheid om onze wereldreis in gedachten nog eens te beleven. Van hoogtepunt naar hoogtepunt reizen we vanuit Nederland weer langs alle mooie plekken op de route. Door het verrassende Rusland en het prachtige Mongolië komen we via China op het dak van de wereld in Tibet en Nepal. Schitterend hoe de bergen hier de horizon bepalen. Het kleurrijke en hectische India vormde een schril contrast met Australië en Nieuw-Zeeland waar we heerlijk hebben gekampeerd. De campingmaaltijden verruilden we voor hot ‘n spicy in Zuidoost-Azie. Helemaal opgeladen vlogen we van Bali via de zandbak van Dubai naar de wilde dieren in Kenia en Tanzania om weer in het heden te landen op het witte strand van Zanzibar. Wat een prachtig jaar hebben we beleefd!
Naast alle mooie dingen hebben de omstandigheden waarin mensen in sommige landen leven veel indruk op ons gemaakt. Bijvoorbeeld de enorme armoede in Afrika, maar ook - minder bekend - de politieke situatie in Cambodja die vooruitgang gewoon onmogelijk maakt. Wat kunnen wij ons dan bevoorrecht noemen dat we uit een land komen waar het zelfs tot de mogelijkheden behoort om zomaar een jaar te gaan reizen om veel van andere plekken op de wereld te leren. De ‘problemen' in Nederland zijn dan opeens maar heel relatief. Hopelijk kunnen we dit relativeringsvermogen, één van de fijne eigenschappen die wij tijdens de reis hebben ontwikkeld, vast houden in Nederland.
Morgen komen we weer aan in Nederland en dit is dus onze laatste update terwijl we onderweg zijn. Die update schrijven we vanuit een luxe hotel waarmee we ons verwennen op onze laatste nacht voor de reis naar huis. Thuis in Nederland schrijven we ook nog een blog over onze thuiskomst en de eerste dagen terug waarin we het ook leuk vinden om eventuele vragen van jullie te beantwoorden. Dus mochten jullie nog vragen aan ons hebben over onze reis of alles wat daar mee te maken heeft, stel ze gerust! Tot morgen!
Tot slot, ook van het laatste land dat wij bezoeken, een aantal wetenswaardigheden:
- Het is waar, in Afrika, of in ieder geval Tanzania, vervoeren ze veel op het hoofd. Zelfs een prachtige handttas word niet aan de schouder gedragen, maar gaat mee op het hoofd.
- Tanzania bestaat nog niet zo lang. Tot 1964 bestond het uit twee landen, Tanganyika en Zanzibar.
- In de kleine afgelegen dorpjes, die niet zo vaak door toeristen worden bezocht, zijn de kinderen vaak bang voor witte mensen (mzungu's). De ouders vertellen de kinderen dat ze in de zak mee gaan met een witte man wanneer zij stout zijn. Herkenbaar?
- De bank werkt hier, als ze al werken, anders dan in Nederland. Zo is de 24 uurs geldautomaat alleen open van 9 tot 4. En wanneer je geld op je rekening zet betaal je daar rente over in plaats van die te ontvangen. Hier kiest men dus liever een oude sok dan de bank
- Kinderen zijn zeer inventief in het creëren van hun eigen speelgoed. Zo wordt een voetbal gemaakt van samengebonden plactic zakjes en een bootje van een opengesneden fles, een stokje en een platic zakje. Overigens heeft Marcel het even geprobeerd en het is prima voetballen met de plastic versie. Bovendien gaat hij nooit lek.
- Afrikaanse verkopers vragen niet op een normale manier of je een sinaasappel of iets anders wilt kopen, maar benaderen je constant met ‘tsss, tsss' geluiden, zoals wij naar onze huisdieren doen.
- Het grootste bankbiljet in Tanzania is omgerekend zo'n 5 euro waard. Om een gemiddeld hotel te betalen hadden we per nacht ongeveer het tienvoudige nodig. Daarom liepen we vaak rond met enorme stapels geld en voelden ons daarmee steenrijk.
- Het laatste pakketje dat we bijna 3 maanden geleden uit Vietnam naar huis stuurden is ons vooruitgesneld en drie dagen voor wijzelf aankomen is het bezorgd. Perfecte timing!
Op safari in Kenia en Tanzania
Leeuwen die door het lange gras op de eindeloze savannes sluipen en geduldig wachten tot zij een antilope kunnen overmeesteren, terwijl op de achtergrond een kudde olifanten voorbijtrekt en giraffes eten van de acaciabomen die hier en daar groeien. Zo'n beeld komt bij ons op als we aan Afrika denken. Een beeld dat we de afgelopen twee weken ook werkelijkheid hebben zien worden tijdens de safari's die we in Kenia en Tanzania hebben gemaakt, waarbij we de wilde dieren met eigen ogen en van heel dichtbij in actie hebben gezien in vier prachtige natuurparken.
Het eerste park dat we intrekken is de Masai Mara in het zuidwesten van Kenia. We verblijven hier in een kamp waarvan de eigenaar een lokale Masai is en waar veel mensen uit de lokale gemeenschap werken. Niet alleen is het prachtig gelegen en een mooie uitvalsbasis voor het park, het geeft de Masai ook de kans om te profiteren van het enorme toerisme in het park en een deel van de winst gaat terug naar de gemeenschap. De Masai Mara is een prachtig gebied van grasland met hier en daar wat bomen en struiken. Daartussen leven enorm veel verschillende dieren. We komen bijna de complete big five (leeuw, luipaard, olifant, buffel, alleen de neushoorn zien we hier niet) tegen. Maar de mooiste momenten zijn wel als we de roofdieren in actie zien. Zo zien we onder andere een grote mannetjesleeuw in de bosjes een zebra verpulveren, komt een groepje jagende hyena's vlak langs ons busje gelopen en maken we mee dat een cheetah haar jong leert hoe ze moet jagen. Echt fantastisch om van dit alles toeschouwer te zijn van zo dichtbij.
De Masai Mara is onze laatste bestemming in Kenia. Hierna reizen we verder naar Tanzania. Voor we in dit land op safari gaan, blijven we een aantal nachten in Arusha. Behalve de safarihoofdstad van Tanzania, is dit ook een goede plek om meer van het Tanzaniaanse leven te leren. Wij bezoeken een basisschool in een klein dorpje net buiten de stad. Het beeld dat wij vooraf hadden van Afrikaanse scholen is niet overdreven. De school is letterlijk basic te noemen. In een slecht onderhouden lokaal zitten 80 kinderen waarvoor nauwelijks onderwijsmateriaal beschikbaar is. Wel weten de kids ons allemaal luid en duidelijk te begroeten met een 'Good morning teachers!'.
Vanuit Arusha vertrekken we voor onze tweede safari. De trip voert ons langs drie verschillende parken. Als eerste bezoeken we het droge Tarangire NP, dat vooral befaamd is vanwege de enorme hoeveelheid olifanten die hier leven. Mooi is dat onze gids minder bang is voor de olifanten dan de gids in de Masai Mara. Als er een enorme mannetjesolifant op onze jeep komt aflopen en ons op 2 meter passeert, blijven we dus gewoon rustig staan. Prachtig, maar ook wel een beetje eng! Behalve veel olifanten zien we onder andere leeuwen op de rotsen, komen we een grote groep wilde honden tegen (iets dat maar weinig mensen zien, blijkt als zelfs onze gids met 14 jaar ervaring foto's maakt), zien we aasgieren in een grote groep een kadaver opruimen en giraffes op bijzondere wijze drinken. 's Nachts slapen we op een camping midden in het park en worden we af en toe opgeschrikt door trompetterende olifanten vlakbij de tent.
Het tweede park dat we aandoen is Lake Manyara NP. Tweederde van dit park bestaat uit een meer waar veel vogels - zoals pelikanen en flamingo's - leven. Behalve water is er ook een groot stuk bos met een aantal verschillende apensoorten. Verder leeft er vanalles op de stukken waar de bebossing wat minder dicht is. Ook hier hebben we geluk en zien we leeuwen die in de boom geklommen zijn.
Vanuit Lake Manyara rijden we omhoog naar de Ngorongoro krater. Lang geleden is deze krater ontstaan door het ineenstorten van een hoge berg. In de krater leven enorm veel dieren en we begrijpen bij de eerste aanblik meteen waarom sommige mensen dit de ark van Noach noemen. Als we net een enorme kudde gnoe's zijn gepasseerd en genieten van een grote groep zebra's, zien we vlakbij de jeep een prachtige leeuw liggen die net klaar is met eten van een gnoe en de leftovers nog beschermt tegen de hyena's die al op de loer liggen. Na deze leeuw komen we er nog een aantal tegen die vlak langs de auto lopen. Behalve leeuwen zien we nog heel veel mooie dieren in de Ngorongoro krater, maar we genieten vooral ook van het prachtige kraterlandschap zelf dat een mooie achtergrond is op de vele foto's die we van de wilde dieren schieten.
Na drie dagen safari rijden we vanaf de Ngorongoro krater naar Moshi dat aan de voet ligt van Afrika's hoogste berg, de Kilimanjaro. Hier komen we bij en genieten we na van de twee fantastische safari's die we gemaakt hebben. Verder bezoeken we er de lokale koffieboeren waar we het hele proces van koffiebes tot een lekker bakje koffie doorlopen. Erg mooi om te zien waar onze fairtrade koffie (o.a. Max Havelaar koopt bij de coorperatie in) vandaan komt.
Vanuit Moshi rijden we naar het afgelegen Mambo, waar we nu op een heel mooie plek verblijven. Uit onze grote tent boven op een berg hebben we schitterend uitzicht over het berggebied van Usambara. Een heerlijke plek om alles dat we de afgelopen weken hebben gedaan even te laten bezinken en onze vele mooie safarifoto's nog eens te bekijken. Bij de foto's vinden jullie trouwens een selectie van de ruim 1.500 foto's die we tijdens onze safari's hebben gemaakt.
It's time for Africa
Drie weken reizen en drie verschillende werelden zien. Dat is wat ons overkomen is. Na drie weken Bali stappen we in het vliegtuig naar Bangkok. De plaats waar we bijna 5 maanden geleden begonnen aan onze rondreis door ZO-Azië is ook de plek waar we dit werelddeel gedag zeggen. Een dag later vertrekken we naar Dubai, een stad waar alles extreem is. Nog twee dagen later stappen we een compleet nieuwe wereld binnen als we aankomen in Afrika. Lang hebben we ernaar uitgekeken om op dit continent rond te reizen en nu we in Nairobi geland zijn is het zover, it's time for Africa! Hieronder een update vanaf ons vertrek uit ZO-Azië.
Onderweg vanuit Azië naar Afrika stoppen we in Dubai. Vooraf wisten we alleen dat het een zandbak met veel luxe was. Dat beeld is zeker bevestigd. Midden in de hitte van de woestijn is men bezig een enorme stad te laten verrijzen waarbij het motto is dat niets onmogelijk of te gek is. We verbazen ons over skiënde burka's (buiten is het 40 graden), zien haaien zwemmen in 's werelds grootste aquarium en genieten van het uitzicht vanaf de 124ste verdieping van de hoogste toren ter wereld (828 m), de Burj Khalifa. Temidden van al deze superlatieven en alle luxe waar de Arabieren zich tegoed aan doen voelen wij ons als backpackers af en toe een stel armoedzaaiers, maar toch genieten we van deze gemaakte wereld.
Dubai is slechts een tussenstop voor ons op weg naar Kenia. Na een korte vlucht komen we aan op het vliegveld van Nairobi. Hier halen we ons visum op waarna we in de taxi stappen naar de Bed & Breakfast waar we verblijven. Het is even wennen om overal hoge hekken met prikkeldraad en bewakers met enorme geweren te zien rondlopen, maar overdag kun je prima zelf rondlopen in de meeste buurten. 's Avonds ligt dat wat anders, maar gelukkig kunnen we altijd een chauffeur bellen die ons wegbrengt en ophaalt bij een restaurant als we uiteten willen. Nairobi zelf is niet zo bijzonder al maakt het leven op straat ons wel duidelijk dat we weer in een heel andere wereld terecht gekomen zijn. Net buiten de stad ligt wel een aantal leuke bezienswaardigheden. Wij bezoeken het Nairobi National Park waar we onze eerste safari maken. Met de auto rijden we door dit mooie gebied. We zijn erg onder de indruk van de hoeveelheid dieren (we zien onder andere neushoorns, struisvogels, giraffes, antilopes, gnoe's en verschillende vogels) en het gemak waarmee we ze kunnen spotten. Het is ook bijzonder om zulke wilde dieren te zien terwijl de stad aan de horizon zichtbaar is. Naast het Nairobi NP gaan we naar een opvangcentrum voor bedreigde giraffes en brengen we een bezoekje aan een olifanten weeshuis.
Als we vanuit Nairobi de Rift Vallei in gaan begint het reizen in Afrika pas echt. Midden in het chaotische centrum van Nairobi stappen we in een matatu, een klein busje waarmee locals rondreizen. Wij kiezen voor de luxe variant waar maar 10 personen in gaan die allemaal een stoel hebben. Met deze matatu rijden we naar Naivasha waar we overstappen op een minder luxe matatu die ons naar een camping aan het meer van Naivasha brengt. In deze matatu gaan zoveel mensen als erin passen, op welke manier dan ook! Wij zitten klem tussen de mensen, met onze backpacks op schoot en onze voeten op pakken meel, maar we komen bij de camping aan. Onze eerste reis zit erop en viel eigenlijk best mee!
De camping waar we een hutje huren is prachtig gelegen aan het meer. We voelen ons hier helemaal niet in Afrika, maar de apen die door de bomen slingeren en de nijlpaarden die in het meer dobberen herinneren ons eraan dat we daar toch echt zijn. Op de camping huren we twee fietsen, waarmee we een dag rondrijden in Hell's Gate NP. Als we door de toegangspoort fietsen zien we meteen de prachtige kliffen met daartussen grote grasvlaktes, waar allerlei dieren grazen. Er leven in dit park geen gevaarlijke roofdieren, waardoor zelf rondfietsen goed kan. We vinden het echt fantastisch om door dit gebied te fietsen en steeds weer bijzondere dieren te zien. Zo stoppen we op nog geen 10 meter van een giraffe die rustig van een boom aan het eten is en steken vlak voor ons zebra's en wilde zwijnen de weg over. Ook zien we een scene die zo op National Geographic uitgezonden zou kunnen worden wanneer we een groep baboon apen tegenkomen die een kudde gazelle's aan het opjagen is. Behalve fietsen doorHell's Gate NP gaan we in een bootje het Lake Oloiden op om flamingo's en nijlpaarden te zien.
We laten het meer van Naivasha achter ons en stappen in de matatu om richting Nakuru te reizen, de volgende stop in de Rift vallei. Vlakbij Nakuru slapen we in een traditionele banda op een erg mooi kamp. Rondom het kamp ligt een prachtig gebied (Soysambu conservancy) waar we met een lokale gids een wandeling in maken. Ook hier zien we weer enorm veel dieren (o.a. jakhalzen, dik diks, zebra's, giraffen, impala's en elanden) en onderweg leren we ook nog wat over het leven in Kenia en hoe bepaalde dingen hier werken.
Onze volgende bestemming ligt zo'n 100 km noorderlijker en heet het meer van Baringo. De matatu waar we mee reizen wordt volgepropt tot er niemand weer bij kan. Het busje zit zelfs zo vol dat de schuifdeur er halverwege gewoon uit valt. Ook de auto (een kleine stationwagon) waarmee we de laatste paar kilometer afleggen gaat goed vol: de koffer vol kratten bier en bagage, op de achterbank vier volwassenen en voorin twee volwassenen en drie kids naast de chauffeur. Gezellig dus! Maar we komen aan bij de camping aan het meer waar we een safaritent huren. Leuk is dat er 's nachts nijlpaarden uit het meer komen om op de camping te grazen en daarbij soms precies het plekje naast onze tent uitkiezen om eens rustig van het groene gras te genieten. Bij het inchecken was ons verteld dat nijlpaarden best aggressief en gevaarlijk kunnen zijn, maar dat ze zelden mensen aanvallen. Een zeer geruststellende gedachte wanneer we 's nachts wakker worden van het gebrul van een nijlpaard naast onze tent.
Behalve nijlpaarden komen er in het gebied rond het meer van Baringo enorm veel verschillende vogels voor. Al die vogels trekken veel fanatieke vogelaars aan die met hun enorme lenzen en verrekijkers de omgeving onveilig maken. Toch steken ze ons een beetje aan en ook wij maken een boottripje op het meer om vogels te spotten. Zonder veel moeite komen we het ene na de andere bijzondere exemplaar tegen. Dan pas blijkt dat we echte amateurspotters zijn, want met onze camera zonder telelens kunnen we niet alle vogels goed vastleggen. Ook de verrekijker die we 5 jaar geleden in Peru hebben aangeschaft (en die we nu pas voor de tweede keer gebruiken) haalt de vogels niet echt veel dichterbij. Misschien dat we daarom een voorkeur hebben voor de wat grotere vogels zoals de adelaar en de crown bird. Maar voor een keertje is het echt heel leuk! Vanaf de camping maken we ook een ochtendwandeling langs de kliffen van de Rift vallei waar we nog wat meer vogels, schorpioenen en slangen tegenkomen en waar we kennismaken met de berg hyrax.
Baringo is de meest noordelijke plaats in Kenia die we bezoeken. Vanuit hier reizen we in twee etappes terug naar Nairobi. De hoofdstad is het vertrekpunt voor een safari naar de Masai Mara waar we morgen aan beginnen, voor ons het hoogtepunt van het bezoek aan Kenia. Hopelijk kunnen we daar getuige zijn van het natuurwonder van de grote migratie die daar in deze periode plaatsheeft.
Ons bezoek aan Kenia zit er nog niet helemaal op, maar omdat het zo anders is dan de landen waar we hiervoor zijn geweest toch alvast wat opvallende en interessante weetjes.
- Om het Afrikagevoel alvast te pakken te krijgen hebben we in het vliegtuig naar Nairobi de Disney-klassieker Lion King gekeken. Inmiddels hebben we veel dieren in levende lijve gezien. We zijn nog op zoek naar de leeuw, het stokstaartje en de hyena.
- Iedereen in Kenia heeft een mobiele telefoon en overal in het land werkt het netwerk. Bovendien is er geen gehucht zo klein of je kunt er beltegoed opwaarderen.
- De minisupermarktkarretjes zijn in Kenia helemaal niet voor kinderen bestemd. Volwassenen gebruiken ze als ze weinig boodschappen nodig hebben en geen mandje willen dragen.
- Het Christendom speelt een belangrijke rol in het leven in Kenia. Overal vind je stickers met verwijzingen naar God en elk vervoermiddel is gezegend met minimaal één van deze stickers. Daarnaast wordt in elke matatu gospel muziek gedraaid.
- Voor Kenianen is het belangrijkste doel in leven om zoveel mogelijk vee te bezitten.
- Aangezien vee zo belangrijk is, wordt dit ook gebruikt om een vrouw mee te kopen. Toen een lokale gids hoorde dat we in Nederland veel koeien hebben, kwam natuurlijk de vraag aan Marcel: 'Hoeveel koeien heb jij voor Ilse betaald?'
- We begrijpen dat er veel hardlooptalent uit Kenia komt. Op straat zie je namelijk veel lange, slanke mannen afkomstig van stammen uit hooggelegen gebieden. In deze mannen zou stuk voor stuk een topatleet kunnen schuilen.
- De bijnaam van de Keniaanse hoofdstad is Nairobbery. Ook wij zijn slachtoffer geworden toen er geld uit de afgesloten kluis op onze hotelkamer is gestolen. Gelukkig hebben we dit netjes teruggekregen van de B&B.
- De Rift vallei die wij bezoeken is miljoenen jaren geleden ontstaan toen door het verschuiven van aardplaten het Afrikaanse continent bijna in tweeën werd gescheurd. Dit is ook de plaats waar de mens zijn oorsprong vindt.
- In Kenia moet je mannetjes kennen. Iedereen die je een dienst levert geeft je zijn telefoonnummer of visitekaartje. Wij hebben bijvoorbeeld de nummers van 7 betrouwbare taxichauffeurs in Nairobi.
- De bevolking in Kenia groeit explosief met ongeveer een miljoen per jaar. Traditionele denkbeelden over de man-vrouwverhouding en weinig effectieve voorlichting over anticonceptie zijn hier de belangrijkste oorzaken van.
- Buitenlandse invloeden zijn voelbaar in Kenia. Zo staan er langs het meer van Naivasha verschillende Nederlandse rozenkwekerijen. Chinezen hebben ook hun invloed in Kenia. Sinds zij meer investeren in Kenia, neemt ook het aantal olifanten dat slachtoffer is van stroperij toe.
Heerlijk vakansi in Indonesië
Indonesië, het volgende land op onze route door Zuidoost-Azië. Voordat we voet aan de grond zetten op deze voormalig Nederlandse kolonie hebben we wilde plannen om ons te verdiepen in de koloniale geschiedenis, het toeristenpad te verlaten op Java, daarna de schoonheid van het authentieke Lombok te leren kennen en nog een paar dagen bij te komen op Bali. Maar nog voordat we goed en wel geland zijn in Jakarta zijn die plannen totaal veranderd.
Onze hoofden zitten tjokvol met alle indrukken van de afgelopen tien maanden en we vinden het steeds lastiger om echt te genieten van de nieuwe plekken die we bezoeken. Niets lijkt meer een positieve indruk op ons te kunnen maken, veel wat we zien vergelijken we met Nederland en vinden we veel beter in ons fijne, kleine landje. Wanneer in Hanoi voor de zoveelste keer een scooter bijna over onze tenen rijdt is onze grens bereikt: we zijn er klaar mee! Maar we willen nog niet naar huis. Naar het avontuur dat ons in Afrika wacht kijken we namelijk nog heel erg uit. Alleen willen we daar wel vol energie van kunnen genieten. Van andere wereldreizigers weten we dat de reisdip waar we last van hebben bij reizen hoort en dat daar gelukkig een goede oplossing voor bestaat: vakantie! We gooien onze plannen voor Indonesie om, besluiten ons te beperken tot het bezoeken van wat highlights op Java en daarna lekker vakantie te vieren op Bali.
Op Java komen we aan in Jakarta. In deze uitgestrekte stad genieten we van enorme luxe in de grote winkelcentra en bezoeken we het oude Batavia, waar nog overblijfselen uit de koloniale tijd te zien zijn. Vanuit Jakarta maken we een mooie treinreis naar Yogyakarta. De culturele hoofdstad van Java ligt vlakbij de grootste Boedistische tempel ter wereld - de Borobudur - die we met zonsopkomst bezoeken. Vooral het zicht vanaf de tempel op de omliggende vulkanen die uit de ochtendnevel omhoog steken bezorgt ons een magisch gevoel. In Yogyakarta zelf bezoeken we verder nog een aantal interessante gebouwen, waaronder het paleis van de sultan. De laatste stop op Java is de Bromo vulkaan in het oosten van het eiland. 's Ochtends om 3.30 uur staan we naast ons bed om met een jeep door het vulkanische landschap naar het uitzichtpunt te rijden. Hier kunnen we aanschouwen hoe de zon achter de vulkanen oprijst en langzaam de toppen verlicht die uit het neveldeken steken. Tenminste als er geen mist over het uitzichtpunt zou hangen. Wat een teleurstelling! Gelukkig is het iets lager wel helder en overzien we alsnog het hele vulkaanlandschap.
In tegenstelling tot wat we gepland hadden blijven we maar een week op Java en reizen we daarna naar Bali om daar lekker weinig te doen. Wel zien we nog redelijk wat van het eiland, omdat we op drie verschillende plekken telkens ongeveer een week blijven. We verwennen ons eerst met een resortje met heerlijk zwembad in Lovina, in het noorden van Bali. De zes dagen hier gaan razendsnel voorbij en doen ons erg goed. Helemaal bijgekomen stappen we in een auto met chauffeur die ons via een mooie route langs tempels, vulkanen en rijstterrassen naar Ubud in het hart van Bali rijdt. Ubud is bekend vanwege spa's, kunst en de groene omgeving met rijstvelden waar het heerlijk wandelen is. We maken met alledrie kennis, maar nemen daar wel lekker een week de tijd voor. Daarna gaan we naar het zuiden van Bali, waar de grootste attractie het strand is. Hier genieten we nog een week van zon, zee, strand en lekker Indonesisch eten voor we onze 'vakantie' op Bali en daarmee het derde hoofdstuk (ZO-Azië) van onze reis afsluiten. De weken op Bali doen ons erg goed en onze reisdip is volledig verdwenen. We zijn er klaar voor om vol nieuwe energie aan het laatste deel van ons avontuur te beginnen: Afrika.
Aan het einde van het derde hoofdstuk van onze reis nog wat opmerkelijke weetjes over Bali en Java en onze reis op deze twee eilanden.
- De Indonesische taal kent veel woorden die veel overeenkomst hebben met het Nederlands, alleen de schrijfwijze is wat anders. Bijvoorbeeld polisi, informasi en notaris. De mooiste voor backpackers vinden wij: gratis!
- Het eten uit de Indonesische keuken is in Nederland bekend als Chinees-Indische. Wij hebben een maand lang genoten van nasi goreng, sate, gado gado en nog veel meer lekkers.
- Bali is een waar yoga-Mekka en Ubud is het bekendste oord op het eiland hiervoor. Ilse heeft lichaam en geest ontspannen tijdens haar eerste yogales. Toch lastiger dan het lijkt en een beetje zweverig, maar zeker thuis voor herhaling vatbaar.
- Op Bali zie je in de lucht altijd vliegers hangen, sommige zijn wel 5 meter breed. Naast de kinderen die het leuk vinden om er mee te spelen is het vooral bedoeld om met de goden te kunnen communiceren.
- Ook al bezoek je enkel het strand op Bali, dan nog zijn de vele offers niet te missen. Dagelijks maken de vrouwen hier wel 30 kleine offers die op verschillende plekken , o.a. de straat, zijn terug te vinden. Het zijn vaak prachtige kleurrijke offers met bloemen, wierrook, rijst en een snoepje of koekje. Dat laatste wordt dan meestal door de duiven, katten of apen opgegeten.
- Elk huis op Bali heeft zijn eigen tempel. Zo ontbijten wij bij de bed & breakfast in Ubud naast de tempel van onze gastvrouw en in Sanur staat onze kamer zelfs op een tempelcomplex.
By any means
Iedereen die weleens National Geographic kijkt en van reizen houdt kent hem wel. Charley Boorman is onder andere op de motor dwars door Afrika gereden in de serie Long way down. In een latere serie - By any means - is hij met zoveel mogelijk vervoermiddelen van Wicklow (in Ierland) naar Sydney gereisd. Tijdens onze tocht door het noorden van Vietnam doen wij ons eigen stukje 'By any means' en gebruiken we flink wat verschillende transportmiddelen om overal te komen.
Nummer 1 in de lijst met vervoermiddelen is de slaapbus Vietnamese stijl. In Hue stappen we in bus vol stapelbedden, die helaas op Aziatische personen berekend zijn. We kunnen er alleen opgevouwen en beklemd in liggen waardoor we niet veel van de 12 uur durende rit naar Ninh Binh slapend doorbrengen. In het niet zo toeristische Ninh Binh vinden we snel ons guesthouse waar we bij het ontbijt Marieke en Bart ontmoeten met wie we die middag op de fiets (vervoermiddel 2) naar de Trang An grotten rijden. Bij Trang An huren we een bootje met roeister (vervoermiddel 3) waarmee we tussen het prachtig groene karstgebergte en door de verschillende grotten varen. Een ware attractie zijn de roeiers die met hun voeten zonder enige inspanning de roeispanen door het water halen. De volgende dag huren we een auto met chauffeur (vervoermiddel 4) samen met een ander Nederlands stel - Daphne en Peter - en bezoeken we het Cuc Phuong National Park. In het oudste nationale park van Vietnam krijgen we een rondleiding door een opvangcentrum voor zeldzame apen die vrijwel alleen in Vietnam voorkomen. We zien prachtige apen met dikke staarten en rare gezichten die we nog nooit hebben gezien. Erg mooi! In het park maken we verder nog een wandeling naar een grot en een grote, oude boom. Vooral het grote aantal rondfladderende vlinders in het park maakt het de moeite waard. Ook de terugrit naar Ninh Binh langs groene rijstvelden die het karstgebergte omgeven is prachtig.
Vanuit Ninh Binh begint ons 'By any means' avontuur pas goed. Om op onze volgende bestemming - het eiland Cat Ba - te komen stappen we eerst in een oude, lokale bus (vervoermiddel 5) die ons naar de havenstad Haiphong brengt. Daar zijn we eigenwijs, negeren het advies van de busjongen en pakken we een taxi (vervoermiddel 6) naar - zo blijkt later - de verkeerde haven. In de haven wacht een veerpont (vervoermiddel 7) die ons naar een klein eilandje vaart. Locals blijven ons in gebrekkig Engels verzekeren dat dit de juiste weg naar Cat Ba is. Ook de twee mannen die ons achterop de motor (vervoermiddel 8) verder brengen zeggen dat we echt in Cat Ba komen. In plaats daarvan komen we bij een tweede veerpont die ons daadwerkelijk naar Cat Ba vaart waar we in een soort lokale discobus stappen naar Cat Ba town, onze eindbestemming. In het stadje vinden we een prima hotel met uitzicht over het water. De volgende ochtend rijdt een minibusje (vervoermiddel 9) voor om ons naar de haven te brengen waar een klassiek houten bootje (vervoermiddel 10) klaarligt. Op deze boot varen we via het rustige, maar minstens zo mooie Lan Ha Bay naar één van de grootste toeristenattracties van Vietnam, Halong Bay. In deze baai bezoeken we een mooie grot en genieten we van het uitzicht op de rotsen die overal uit het water opreizen. Daarna varen we terug door Lan Ha Bay naar een rustig plekje voor een duik in het groene water en naar een eiland waar we vanaf een rots mooi uitzicht over de baai hebben. Dag drie op Cat Ba nemen we de benenwagen (vervoermiddel 11) en wandelen we naar het Fort Cannon bovenop de rotsen. Hier zijn nog wat bunkers en kanonnen te zien uit de oorlog tegen de Amerikanen, maar het meest spectaculair vinden we het panoramisch uitzicht dat we vanaf hier hebben over Lan Ha Bay. Bovenop de rotsen zijn we de enige toeristen waardoor we in alle rust kunnen genieten van de strak blauwe lucht die mooi afsteekt bij het groene water rond de ruige rotsen.
De reis vanaf Cat Ba verloopt wat gemakkelijker. Een bus brengt ons naar een speedboat (vervoermiddel 12) die ons snel terug naar Haiphong brengt. Daar gaan we verder met de bus naar Hanoi, de hoofdstad van Vietnam. In Hanoi ontmoeten we Marieke en Bart weer met wie we gezellig twee dagen in Hanoi doorbrengen en leuke eetplekken ontdekken.
Na een kort verblijf in Hanoi nemen we de nachttrein (vervoermiddel 13) naar Sapa. Deze stad ligt in de bergen in het noorden van Vietnam en is de plaats waar veel verschillende hill tribes wonen. In Sapa gaan we een dag op pad met een lokale gids van één van de hill tribes, die ons meeneemt door de rijstvelden die zich overal buiten de stad bevinden. We vinden het erg mooi om te zien hoe de mensen uit de kleine dorpjes met elkaar de rijstterrassen bewerken, waarbij iedereen elkaar helpt zodat elke familie voldoende rijst kan verbouwen. Op het moment dat wij langskomen worden de kleine rijstplantjes geplant waardoor steeds meer terrassen mooi groen kleuren. De volgende dag gaan we zelf op pad naar het iets te toeristische dorpje Cat Cat voordat we 's avonds de trein terug naar Hanoi nemen.
Na een nachtelijk ritje komen we 's ochtends vroeg in regenachtig Hanoi aan. Onze gereserveerde hotelkamer blijkt helaas niet meer beschikbaar, dus komen we in een ander guesthouse terecht. Daar komen we weer even bij van de treinrit voor we ontbijten en wat praktische zaken regelen. De laatste dagen in Vietnam genieten we van de sfeer in de drukke straatjes vol toeterende motortjes in het oude centrum vanHanoi.
Het veertiende en laatste type vervoermiddel van ons korte 'By any means' stukje is het vliegtuig waarmee we naar Kuala Lumpur (KL) vliegen. In KL - waar we al eerder op vakantie geweest zijn - shoppen we wat en komen onze oren tot rust na al het straatlawaai in Hanoi. Morgen vliegen we verder naar Indonesië waar we een maand de tijd hebben om Java en Bali te verkennen.
Weer een land later is het ook tijd voor wat opmerkelijkheden. Hieronder een aantal dingen die ons opgevallen zijn in Vietnam.
- Brommers zijn heilig in Vietnam. Niet alleen rijden ze je er op straat mee van je sokken, ook fatsoenlijk lopen op de stoep is er niet bij omdat deze plek gereserveerd is als parkeerplaats voor de tweewielers.
- Ilse zal zich de brommers de komende tijd nog wel herinneren. Op haar kuit prijkt een 'brommer tatoeage' na het branden aan een uitlaat van één van deze heilige tweewielers.
- Vietnam is een prima strandbestemming. Logisch eigenlijk want de kust is meer dan 3.000 km lang.
- Ponchodragers worden in Nederland vaak wat raar aangekeken. In Vietnam zeker niet, daar draagt elke scooterrijder een poncho met zich mee die in no time aangetrokken is wanneer de regen losbarst.
- In tegenstelling tot de overige Aziatische landen die we bezocht hebben zien we in Vietnam nauwelijks straathonden. Ons vermoeden is dat de meeste in de soeppan belanden.
- Onderweg horen we verhalen over onvriendelijke en vervelende Vietnamezen. In een maand Vietnam zijn wij echter vrijwel alleen maar vriendelijke mensen tegengekomen. Behalve dan in het verkeer, waar iedereen zich vreselijk gedraagt.
- Vietnam is een populaire bestemming bij Russen. In sommige strandplaatsen zijn menukaarten ook in het Russisch vertaald.
- Vietnamezen zijn, net als de Chinezen, echte alleseters. Toch vonden wij de keuken minder spectaculair en afwisselend dan de Thaise en Cambodjaanse keuken.
Ontspannen Vietnam
Bijna negen maanden zijn we onderweg en omdat we elke paar dagen naar een nieuwe bestemming reizen is het af en toe heerlijk om de backpacks wat langer te laten staan en een tijdje lekker te ontspannen. En waar kun je nu beter tot rust komen dan op een luie stoel, in het witte zand aan een azuurblauwe zee? Met meer dan 3.000 kilometer kust is Vietnam een prima bestemming om tussen het sightseeën en backpacken door af en toe het strand op te zoeken. Onder andere daardoor vinden we het verrassend ontspannen reizen in Vietnam.
Na drie weken Cambodja reizen we af naar Vietnam. De eerste stop is meteen de grootste stad van het land, Ho Chi Minh City (afgekort HCMC, ook bekend als Saigon), waar we direct een wereld van verschil ervaren wat betreft verkeer. Met motortjes die uit alle hoeken en gaten in grote getalen op je af komen is oversteken van de straat een vak apart. Zebrapaden en verkeerslichten vormen slechts een indicatie dat er voetgangers zouden kunnen oversteken, dus er zit niets anders op dan maar gewoon lopen. En het gaat verbazingwekkend goed. Tot nu toe zijn we nog niet geraakt! In HCMC drinken we met Rick en Yvette - zij zijn op vakantie in Vietnam - een drankje op het dakterras van een vijfsterrenhotel en gaan we lekker eten. Heel gezellig om weer wat bekenden uit Nederland te zien en lekker bij te praten. Verder bezoeken we in HCMC een museum over de Vietnam oorlog (hier bekend als de Amerikaanse oorlog). Erg indrukwekkend om de impact van de oorlog in foto's vastgelegd te zien.
Vanuit HCMC nemen we de bus naar Dalat, op de kaart een stukje van nog geen 300 kilometer, maar het ritje duurt zo'n 10 uur. Dat komt vooral doordat de mooie route naar Dalat over kleine en bochtige wegen door groene heuvels voert (al hielp het ook niet dat we net buiten HCMC een aanrijding hadden met een andere bus). In het hogergelegen Dalat heerst een aangename temperatuur. Op Koninginnedag - als Vietnamezen ook een nationale feestdag vieren - genieten we net als de locals van het heerlijke weer aan het meer in Dalat.
ok de route naar Nha Trang aan de kust is prachtig, maar erg bochtig (een aantal locals houdt hun ontbijt dan ook niet binnen). Voor ons is Nha Trang een plaats om na een tijdje backpacken even op te laden. We blijven hier vijf dagen en genieten vooral van zon, zee en strand. Met een hotel op één minuut lopen van het strand waar je heerlijke strandbedden onder een parasol kunt huren lukt dat prima!
Vol nieuwe energie en met veel zin om meer te zien van Vietnam, reizen we met de nachttrein naar Hoi An. Het centrum van Hoi An staat vol met historische huizen en gebouwen en heeft hiermee een plaats veroverd op de UNESCO werelderfgoedlijst. In het historische centrum zijn auto's niet toegestaan en ook motortjes mogen niet overal rijden, daardoor kunnen we er heerlijk ontspannen rondslenteren en souvenirs shoppen tussen de oude huisjes. Naast het historische centrum is Hoi An bekend vanwege kleermakers. Overal vind je kleermakers die werkelijk alles op maat kunnen maken. Ook wij doen mee en laten - heel functioneel - een nieuwe korte broek voor Marcel en een hempje voor Ilse op maat maken. Vanuit Hoi An bezoeken we ook de ruïnes van My Son. Van de meeste van deze tempels gebouwd door het Champa volk is niet veel meer over, maar door de mooie ligging tussen groene bergen vinden we het toch erg mooi. De laatste dag in Hoi An rijden we nog een rondje op de fiets over het platteland en langs het strand.
Hue is de volgende stop op onze route noordwaarts waar het tijd is voor een minder ontspannen onderwerp. Vanuit Hue bezoeken we namelijk het gebied rond de Demilitarised Zone (DMZ) om meer te leren over de Vietnam oorlog. We rijden onder andere langs de plek waar de grootste Amerikaanse luchtmachtbasis was in de oorlog. Een plek waar veel slachtoffers zijn gevallen, maar waar nu een vredige rust heerst en onder andere koffie wordt verbouwd. Alleen wat oude vliegtuigen en tanks herinneren aan de oorlog. Ook bekijken we de Vinh Moc tunnels die met de hand uitgehouwen zijn en de lokale bevolking een plaats boden om te schuilen voor bombardementen. In Hue zelf bezoeken we de ommuurde Citadel en de mooie gebouwen van het Imperical Enclosure (de plaats waar de koninklijke familie woonde) die hier te vinden zijn. Het Imperical Enclosure is helaas grotendeels verwoest in de oorlog. De gebouwen die nog intact zijn doen ons een denken aan de Verboden Stad in Peking, alleen is dat complex veel groter. Vanmiddag stappen we in de bus om morgenochtend vroeg aan te komen in Ninh Binh. Hopelijk kunnen we lekker slapen onderweg!
Alle wegen leiden naar Phnom Penh
In Nederland kennen we een gezegde over wegen die naar Rome leiden en dat dit er veel zijn. Onderweg in Cambodja hebben we de Cambodjaanse variant van dit spreekwoord leren kennen. Hoe hard je je best ook doet, om Phnom Penh kun je eenvoudigweg niet heen. Alle hoofdwegen beginnen in Phnom Penh, andere opties om van A naar B te komen zijn er nauwelijks. Hierdoor en doordat we de plaatsen in Cambodja niet in de meest logische volgorde bezoeken, heeft onze route op de kaart veel weg van een bord spaghetti, met Phnom Penh als epicentrum. Voor ons geldt zeker dat alle wegen naar Phnom Penh leiden.
Na vier weken Laos begroeten we het volgende land op ons pad: Cambodja. We komen dit land binnen in het noorden, volgen de Mekong zuidwaarts en stoppen in Kratie. Net als de meeste toeristen komen ook wij hier om de Irrawady dolfijnen te kunnen zien. Deze dolfijnen - met platte neus - leven in het zoete Mekong water en na jarenlange afname van hun aantallen, lijkt het nu beter te gaan met deze bedreigde dieren. We kunnen ze dan ook redelijk makkelijk spotten.
Vanuit Kratie reizen we - niet voor het laatst - naar de hoofdstad Phnom Penh. Daar aangekomen valt het ons op dat Phnom Penh een redelijk westerse stad is, met brede boulevards, de nodige grote bolides, redelijk wat kantoren en veel westerlingen. In Phnom Penh proberen we meer te weten te komen over de Rode Khmer en alle verschrikkingen onder hun bewind. Daarom gaan we naar het Tuol Sleng genocide museum, dat gevestigd is in een voormalige gevangenis (S-21) uit het Pol Pot regime. Oorspronkelijk was dit gebouw midden in de stad een school, die door de Rode Khmer als gevangenis gebruikt is en waar velen gemarteld zijn. In het museum zijn talloze foto's te zien - door de Rode Khmer zelf gemaakt - van de slachtoffers en van de martelingen. Naast deze gevangenis gaan we ook naar de Killing Fields van Choeung Ek. Naar deze plaats werden duizende gevangenen gebracht om op gruwelijke wijze vermoord te worden en in een massagraf te eindigen. Dankzij de uitstekende audiotour krijgen we beter begrip van de vreselijke tijd die mensen hier gehad hebben. Het bekijken van S-21 en de Killing Fields zijn twee heftige bezoekjes die heel veel indruk op ons maken. De derde dag in Phnom Penh doen we dan ook iets luchtigers: we bekijken de mooie gebouwen van het koninklijk paleis en de Silver Pagoda.
We laten Phnom Penh voorlopig achter ons en zetten koers naar het westen. Op de grens met Thailand verblijven we in Krong Koh Kong, waar we een dag met een bootje op pad gaan. Eerst varen we naar het eiland Koh Kong, waar we lekker op het witte strand kunnen relaxen, een beetje zwemmen in het warme water en van een heerlijke lunch genieten. Daarna bezoeken we de mangrovebossen op het vasteland en varen we terug naar de stad.
De volgende stop is Sihanoukville. In deze havenstad verblijven we alleen om snel verder te gaan naar het eiland Koh Rong (same, same but different). Dit eiland is erg mooi, met witte stranden en fantastisch helder water. Dit in tegenstelling tot de bungalow die we er geboekt hebben. We besluiten dan ook om niet zo lang te blijven als we hadden gepland, genieten van een middagje niets doen en gaan de volgende ochtend snel weer weg. Nou ja, snel. De boot doet over het stukje van 25 kilometer net geen 4 uur!
We blijven nog even aan de kust in Kampot. In Lonely Planet lezen we dat Bokor Hill Station een mooie plek is om vanuit hier te bezoeken. Dit voormalige Franse resort op een heuvel buiten Kampot is niet alleen een heerlijke plaats voor wat verkoeling, maar er hangt ook een mystieke sfeer, vooral als het nevelig is. Dit klinkt goed en we gaan dus een dagje naar Bokor. Helaas is er van alles wat in de Lonely Planet staat weinig over. Het complete nationale park is opgekocht door een rijke Cambodjaan en verandert de komende jaren in een mega resort. We vinden er geen mystieke sfeer (en door alle families die hier vanwege het Khmer New Year zijn, ook geen rust), maar we vinden het toch bijzonder om te zien hoe men in Cambodja omgaat met dit soort projecten en vooral dat het allemaal zomaar kan. Aan het einde van de dag vinden we toch wat rust tijdens een boottocht over de rivier bij Kampot.
Na een tijdje aan de kust is het tijd om maar weer eens richting Phnom Penh te reizen. Op weg naar Kampong Cham kunnen we niet om de hoofdstad heen, maar we kunnen gelukkig wel een aansluitende bus vinden die ons verder brengt. In een klein dorpje vlakbij Kampong Cham leven we twee dagen met een Cambodjaanse familie. Samen met de moeder (Kheang) van het gezin en de kids wandelen we de eerste dag door het dorpje en de velden daaromheen. Onderweg spreken we met veel lokale bewoners over hun leven. Erg interessant om meer over hun werk en leven te leren. Andersom vragen ze ons ook hoe het leven in Nederland is en zijn ze soms stomverbaasd over hoe wij in het westen dingen aanpakken (bijvoorbeeld het kweken van groenten in kassen). 's Avonds komt de moeder van Kheang. Zij heeft - net als haar dochter - het Pol Pot regime overleefd en we mogen haar alles vragen wat we daarover willen weten. Ondanks dat we dat (uit beleefdheid) soms lastig vinden, vragen we veel en krijgen we een beetje een beeld van hoe de mensen zich toen gevoeld moeten hebben. De volgende dag stappen we op de fiets om tussen de velden en door de dorpjes in de omgeving te rijden. Ook nu spreken we met veel mensen over vanalles en nog wat (van huwelijk tot politiek). Aan het einde van de middag spreken we nog met een docent over onderwijs in Cambodja. Tussen alle gesprekken, wandel- en fietstochten door genieten we van de rust en het heerlijke eten dat Kheang kookt. Als we terugkijken op de homestay is dit zeker één van de mooiere ervaringen van onze reis tot nu toe. Vooral de gesprekken over hoe Cambodja echt in elkaar steekt zijn erg waardevol.
Na de homestay reizen we weer - dit keer niet eens via Phnom Penh -naar het westen. De bestemming is Battambang, een stad waar een gemoedelijke sfeer hangt en nog veel straten met huizen uit de koloniale tijd te zien zijn. We gaan hier naar de grootste toeristenattractie van de regio: de bamboetrein. Op een oud stukje spoor rijden treintjes gemaakt van bamboe. Vroeger werden deze treintjes gebruikt voor goederenvervoer, nu worden voornamelijk toeristen vervoerd. De mooiste situatie ontstaat wanneer twee treinen elkaar tegenkomen op het stukje enkelspoor. De trein met de minste passagiers wordt dan in no time uitelkaar en van de rails gehaald om de andere trein te laten passeren. Daarna wordt de trein weer in elkaar gezet en kun je weer verder. Erg grappig!
Vanuit Battambang voert een kort busritje ons naar Siem Reap. Bij deze stad ligt de nationale trots van Cambodja: Angkor Wat. 's Ochtends om 5.00 uur staat een tuktuk te wachten om ons een dag rond te rijden langs de tempels. Net als grote groepen andere toeristen begint ons tempelavontuur met zonsopkomst bij Angkor Wat. Het moet gezegd, de zon op zien komen boven deze tempel is erg mooi! Daarna dwalen we een paar uur door deze enorme tempel voor we met de tuktuk naar Bayon rijden, de volgende tempel op onze tour. In deze tempel wordt je continu aangestaard door enorme gezichten die hier in grote getalen aangebracht zijn. Na nog een paar uur wandelen is het tijd voor lunch en de laatste tempel van de dag: Ta Prohm, beter bekend als de Tomb Raider tempel. In deze door boomwortels overwoekerde tempel zijn opnames gemaakt voor de film Tomb Raider. Na een dagje tussen de tempels slenteren zijn we blij dat we even kunnen relaxen voordat we de kleurrijke zonsondergang gaan bekijken op een heuvel ten zuiden van Siem Reap.
Morgen hopen we tijdens een kookcursus voldoende kennis op te doen van de Cambodjaanse keuken om thuis indruk te kunnen maken met een echte Khmer curry. Overmorgen reizen we - uiteraard via Phnom Penh - verder naar Vietnam, waar we aan de ontdekkingstocht in weer een nieuw land beginnen! Voordat we naar land nummer 14 gaan, natuurlijk nog wat wetenswaardigheden over (onze reis in) Cambodja.
- Vrouwen in Cambodja kleden zich graag in pyjamapakjes. Niet alleen 's ochtends vroeg, maar de hele dag door zie je de dames in deze outfits rondlopen. We hebben het even nagevraagd en het blijkt dat ze het principe pyjama niet kennen. Ze vinden het vooral comfortabel zitten.
- De tuktuk's hier zijn de mooiste die we tot nu toe zijn tegengekomen. Het zijn kleine koetsjes die voortgetrokken worden door motortjes. Dat kinderen langs de weg naar je zwaaien en 'hello' roepen draagt nog eens extra bij aan het 'gouden koets gevoel'.
- Een maximum aantal passagiers bij minibusjes kent men niet. De minibusjes worden volgepropt tot er geen ruimte meer over is, dan gaan de achterklep open, worden planken uitgeschoven waarop de bagage en een aantal passagiers naar buiten steken. Dit alles hangt heel stevig met touwtjes aan elkaar.
- Cambodja staat dankzij de enorm vriendelijke bevolking bij ons in het rijtje favoriete landen tot nu toe.
- De officiële munteenheid in Cambodja is de riel. Men betaalt hier echter met Amerikaanse dollars, maar omdat er geen dollarmunten in omloop zijn, wordt de riel als een soort kleingeld gebruikt. Als je 1,50 moet betalen, geef je 1 dollar en 2.000 riel.
- Net als in andere Aziatische landen is karaoke populair in Cambodja. In de bus wordt geen film uitgezonden, maar draait met non-stop karaokeclips. Aangezien de muziek niet onze favoriet is, hebben we onze mp3-spelers maar weer uit het stof gehaald.