Road Trip Part I
Australië is een enorm land en de beste manier om een stukje daarvan te verkennen is met je eigen camper. Daarom zijn we in Adelaide in onze Backpacker camper gestapt met als eindbestemming Sydney. Het eerste deel van onze roadtrip brengt ons vanuit de wijnstreek ten noorden van Adelaide, via het prachtige Kangaroo Island, langs de Grampians en voert over de wereldberoemde Great Ocean Road. En al die hoogtepunten in nog geen twee weken!
Na de verplichte info-dvd krijgen we onze camper mee. Via een kronkelweg rijden we in de regen naar de Barossa vallei, Australische bekendste wijnstreek (o.a. Jacobs Creek). De volgende dag helaas nog steeds regen, dus gaat onze bikes and wines tocht door de wijngaarden niet door. We gaan zelf lopen naar een aantal wijnhuizen dichtbij het dorp, waar we heerlijke wijnen proeven en ook een paar flesjes kopen voor tijdens onze trip.
Na Barossa is onze volgende stop Kangaroo Island. Onder een stralend blauwe lucht rijden we naar de ferry. Onderweg picknicken we met uitzicht op een prachtig stukje zee. Als we de ferry afrijden, zien we meteen waar het eiland zijn naam aan dankt. Langs de weg zien we heel veel kangoeroes. Helaas allemaal slapend! Op Kangaroo Island kamperen we op mooie campings die verscholen in de bossen of prachtig aan zee liggen, waar je af en toe verrast wordt door kangoeroes die rustig naast de camper staan te grazen. We zijn erg onder de indruk van het eiland. Vooral de mooie kusten met ruige rotsen en de afwisselende natuur (bossen, zandduinen, stranden) vinden we prachtig! En ook de vele dieren die we op het eiland zien, naast kangoeroes o.a. zeeleeuwen, zeehonden en koala.
Vanaf Kangaroo Island zetten we met onze camper koers naar de Grampians. Onderweg slapen we nog een nachtje op een camping in een park aan de kust en vlakbij een felblauw vulkaanmeer. De Grampians zijn een bergketen die vrijwel uit het niets oprijst uit het vlakke landschap. Daaromheen ligt een groot Nationaal Park waar we twee nachten kamperen, verschillende wandelingen maken en de hoogste berg van het park beklimmen. Met alle kangoeroes is het kamperen echt fantastisch. Ze komen 's avonds om ons welterusten te wensen en 's ochtends als je de gordijnen openschuift begroeten ze je weer. Ils werd zelfs bijna bestormd door een kleine kangoeroe! Even schrikken, maar wel leuk al die beesten zo dichtbij.
Na ons bezoek aan de Grampians wacht een van de highlights van Australië op ons: de Great Ocean Road. Deze weg langs de zuidkust (uitgehouwen door soldaten die terugkwamen uit WO I om ze aan het werk te houden en als eerbetoon aan alle gesneuvelde soldaten in de oorlog) loopt pal langs de oceaan en voert van het ene naar het andere spectaculaire uitzichtpunt. We stoppen dan ook om de paar kilometer om foto's te maken van de woeste oceaan die op de al even ruige rotsen slaat. Dat langs dit stuk van de kust honderden schepen zijn vergaan kunnen we ons goed voorstellen. Na alle mooie plaatjes die we zien (o.a. London Bridge en Lorch Ard Gorge) hebben we bij het absolute hoogtepunt en de grootste toeristentrekker, de 12 Apostles, niet zo'n wow-gevoel meer. Maar ze zijn absoluut erg mooi. Acht of negen rotsen die een stukje uit de kust overeind staan in de ruige oceaan. Hier gaan we nog twee keer terug: een keer om 's avonds de pinguins aan land te zien komen en een keer 's ochtends vroeg onder een heldere hemel met de ochtendzon (en zonder toeristenmassa).
Uiteindelijk rijden we de hele Great Ocean Road in drie dagen. Onderweg kamperen we op een camping met fantastisch uitzicht over een baai in Great Otway National Park, waar we ook een stukje van de
100 kilometer lange Great Ocean Walk lopen. Ook komen we hier veel koala's tegen, die lekker lui in de boom blijven zitten zodat we ze goed op de foto kunnen zetten.
Na drie dagen laten we de Great Ocean Road achter ons en rijden we naar zonnig Melbourne. Hier blijven we een paar dagen om de stad te verkennen en ontmoeten we Leon en Cindy, die hun Nederlandse
leven verruilen voor Australië.
Going down under, mate!
Inmiddels hebben we India achter ons gelaten en verblijven we alweer ruim een week in het land van de uitgestrekte outback, Aboriginals, de Flying doctors en Skippy. Iedereen noemt elkaar hier mate en de lijfspreuk is 'no worries'. We zijn in Australie!
Onze laatste halte in India is de hoofdstad Delhi. Hier merken we dat een maand reizen in India best vermoeiend voor ons is geweest. In Delhi doen we daarom rustig aan en bekijken we een aantal van de highlights. Daarna vliegen we naar Singapore, waar Dylan en Cheryl - die we op kamelensafari in Bikaner hebben ontmoet - ons het oosten van de stad laten zien.
Vanuit Singapore is het nog ruim 4 uur vliegen naar Darwin, waar we voor dag en dauw aankomen en weer terug zijn in de westerse wereld. Een van de dingen waar we erg blij mee zijn in Darwin, zijn de supermarkten die op de Hollandse Albert Heijn lijken. Je kunt hier vanalles krijgen en omdat er in het hostel ook kookfaciliteiten zijn, kunnen we voor het eerst sinds 3 maanden weer ons eigen eten koken. Het wordt een lekkere pasta, heerlijk na alle curry's en noodles!
Vanuit Darwin bezoeken we de 2 hoogtepunten van de regio: Kakadu National Park en Litchfield National Park. Kakadu is vooral bekend vanwege het grote aantal krokodillen dat hier leeft, zowel zoet- als zoutwaterkrokodillen maken de wateren hier onveilig. Ook kun je er oude kunstwerken van de Aboriginals (de oorspronkelijke bewoners van Australie) op de rotsen bekijken. Op de dagtour die we in Kakadu maken, varen we over Yellow Waters waar we veel grote zoutwaterkrokodillen en ander wildlife zien. Daarna beklimmen we de rotsen bij Ubirr (waar een beroemde scene uit Crocodile Dundee is opgenomen) waar onze gids uitleg geeft over de rotskunstwerken van de Aboriginals. Elke schildering kent een boodschap op 6 verschillende niveaus: het eerste niveau is het eenvoudigst en bedoeld voor kinderen, terwijl het diepste niveau een zeer wijze les voor de alleroudsten is. Door Litchfield National Park rijden we met onze eigen huurauto rond, een ideale manier omdat we lekker zelf kunnen bepalen waar we heen gaan en hoe lang we er blijven. Marcel moet wel even wennen aan het linksrijden, maar na 2 keer ruitenwissen in plaats van richtingaangeven gaat het prima. In Litchfield bevinden zich veel watervallen die vanaf een plateau naar beneden vallen, erg mooi! Ook is er een vlakte vol met termietenheuvels, waarvan er sommige meer dan 4 meter hoog zijn! Langs de weg komen we ook nog een groepje walibi's tegen. Deze kleine kangoeroe-achtige beesten zijn helemaal niet bang en lopen niet eens weg als we uitstappen om foto's te maken. We vinden ze trouwens het leukst als ze wel weghoppen!
Op de dag van het bezoek van president Obama aan Darwin verlaten wij de stad om met de bus 1.500 kilometer naar het zuiden te rijden. De bestemming is Alice Springs in het hart van Australie. De busrit van 20 uur door de outback gaat met 3 films, wat kletsen met de Nederlandse Marie-Louise en een beetje slapen snel voorbij. Aangekomen in Alice Springs vallen we bijna omver van de hitte. Het is hier bijna 40 graden en kurkdroog, heel normaal voor de tijd van het jaar.
De volgende dag vertrekken we op een tour naar Uluru (Ayers Rock). Deze grote, rode rots is naast de kangoeroe en boomerang een van de bekendste symbolen van Australie. Met een groep van 21 jonge mensen kamperen we 2 nachten in de outback. De eerste dag van de tour bezoeken we Kata Tjuta, een rotsformatie vlakbij Uluru die 350 miljoen jaar geleden ontstaan is na een ijstijd, en rijden we naar Uluru voor de zonsondergang. Helaas is het te bewolkt voor een mooie zonsondergang die de rots rood doet opgloeien, maar toch genieten we van het bijzondere plaatje van een eenzame rots op een lege vlakte. Na een nachtje kamperen gaan we weer naar Uluru, dit keer voor de zonsopkomst en een wandeling om de rots heen. Het weer die dag is uitzonderlijk: het regent en is maar 20 graden. Niet bepaald wat we verwacht hadden van het droge, hete hart van Australie, maar wel ideaal weer voor de wandeling om Uluru. Na de wandeling rijden we naar Kings Canyon, ontstaan door een zware aardbeving miljoenen jaren terug, waar we de volgende dag in wederom koel weer rond de canyon wandelen. De canyon zorgt met zijn stijle wanden en mooie rode kleur voor spectaculaire plaatjes.
Terug in Alice Springs ontmoeten we Anita, die we via internet al volgden. Zij is 5 maanden op reis door Australie en Nieuw-Zeeland. Leuk om iemand die je via Twitter kent eens in levende lijve te
zien! Na een nacht slapen pakken we de bus voor weer een lange rit nog verder down under. In 21 uur brengt de bus ons naar Adelaide aan de zuidkust. Hier pikken we vrijdag ons mobiele huisje op
waarmee we tot vlak voor oud & nieuw zullen rondrijden door het zuiden van Australie.
Het land der koningen
De afgelopen weken hebben we doorgebracht in Incredible India. Onze tocht voerde van Varanasi naar deelstaat Rajasthan dat eeuwenlang door Maharaja's (koningen) geregeerd werd, waar elke stad zijn eigen koning had (en nog steeds heeft) die vanuit een prachtig fort over zijn onderdanen heerste en onderling streden om hun koninkrijk uit te breiden. Omgeven door forten en paleizen in Arabische stijl, mannen met tulbanden en kamelen in de woestijn waanden we ons de afgelopen tijd in een soort oosters sprookje.
Op weg naar Rajasthan bezoeken we eerst Agra. De attractie hier is de Taj Mahal, een schitterend mausoleum en een teken van ultieme liefde. Hier maken we foto's tijdens zonsopkomst als er nog bijna geen toeristen zijn. Verder laten we ons in Agra met een riksja langs andere highlights in de stad rijden. Erg handig!
Na Agra beproeven we ons geluk in Ranthambore National Park, waar we proberen een tijger, het nationale dier van India, te spotten. Helaas voor ons spotten we alleen voetafdrukken van dit mooie dier, maar het park met alle andere dieren is op zichzelf ook al schitterend. Verder kunnen we ons hier weer lekker opladen (reizen in India kan best vermoeiend zijn) in een heerlijk hotel met zwembad.
We reizen verder per trein naar Jaipur, de roze stad en de hoofdstad van Rajasthan. Hier gaan we als enorme toeristen met een tour mee die ons in een dag een groot aantal bezienswaardigheden van Jaipur en de omgeving laat zien (o.a. het koninklijk paleis, Amber Fort en een oud observatorium). Uiteindelijk blijkt het toeristengehalte mee te vallen, omdat onze groep alleen uit Indiers bestaat die in Rajasthan op vakantie zijn.
De volgende bestemming is Udaipur, de romantische stad, waar we dit keer met een redelijk luxe bus heen reizen. De stad is gelegen aan een meer met in het midden daarvan een duur hotel (voor de kenners: scenes uit Octopussy zijn hier opgenomen). Vanaf het dakterras van ons hotel hebben we schitterend uitzicht op het stadspaleis en over het meer. Ook kunnen we vanaf hier goed al het vuurwerk zien dat in verband met Diwali (festival van het licht) wordt afgestoken (op de oliebollen na voelt het bijna als oud & nieuw in Nederland). In Udaipur vermaken we ons met een bezoek aan het paleis, een boottocht over het meer en een rondleiding door de grootste Haveli (huis van een edelman) van de stad met maarliefst 123 kamers.
Vanuit de romantische stad reizen we naar de volgende 'pur', Jodhpur. Bijnaam van deze stad is, niet onterecht, de blauwe stad. Huizen zijn hier blauw geverfd om te beschermen tegen de hitte uit de woestijn en om insecten te weren. Vanaf het fort kun je de blauwe kleur niet missen. Voordat we dit fort mogen bezoeken, moeten we even wachten tot de koning van Bhutan klaar is met zijn rondje door het fort. Als hij vertrekt zwaait zijne koninklijke hoogheid zelfs nog even naar ons! We benutten het wachten om de koninklijke begraafplaats te bezoeken. Onze conclusie: het is een mooie plek om begraven te liggen. Het fort van Jodhpur is in een woord schitterend. Net als de andere forten en paleizen in Rajasthan is het gebouwd in Arabische stijl. Als je er rondloopt laten alle prachtige kamers, de oosters uitgedoste bewakers en de verhalen die je hoort in de audiotour je gedachten al snel afdwalen naar tijden van de oosterse sprookjes. Af en toe voelen we ons een soort Arabische prins en prinses!
Vanuit Jodhpur maken we per jeep een tocht over het platteland langs de zogenaamde Bishnoi dorpen. Hier zien we hoe de mensen leven van landbouw, weven van kleden, pottenbakken en block printen. Het is echt een wereld van verschil met het leven in de stad. Ook de mensen, en vooral de kinderen, vinden we veel vriendelijker en zijn duidelijk niet gehard door het stadsleven.
Jodhpur ligt in een gebied waar Rajasthan langzaam overgaat in de woestijn. We verlaten Jodhpur en een trein brengt ons verder de Thar woestijn in, naar Jaisalmer. Vanwege de gele, zandachtige kleur van de gebouwen heet deze stad ook wel de gouden stad. Jaisalmer is betrekkelijk klein, dus een uurtje rondwandelen betekent dat je het meeste wel gezien hebt. Veel Haveli's hier zijn prachtig versierd met uitgesneden stenen. Ook mooi is het fort, waar nog echt mensen leven. We vinden het wel jammer dat alles in het fort op toeristen gericht is, waardoor de zwakke fundering van het fort zwaar belast wordt.
Met een vroege bus stuiteren we in zeven uur naar onze laatste bestemming in Rajasthan, Bikaner (een stad zonder bijnaam, voor zover wij weten). Hier slapen we bij Vijay, de Camelman, die voor ons ook een driedaagse kamelensafari organiseert. In het guesthouse hebben we een eigen slaapkamer, maar wonen we verder bij de familie zelf, waar je elke avond ook kan mee-eten. Voor het eerst in India is dit ook een guesthouse waar we de gelegenheid hebben om leuk met andere reizigers te kunnen kletsen. Na een nachtje Bikaner vertrekken we op kamelen de woestijn in. De safari brengt ons langs dorpjes, door pindavelden (we wisten niet dat er nog zoveel landbouw in de woestijn was) en door verschillende delen van de woestijn, waar nog opvallend veel planten groeien. Tijdens de tocht worden we verwend met heerlijke, verse, Indiase maaltijden en 's nachts slapen we onder de sterrenhemel. De ritjes op de kameel duren steeds ongeveer 2 uur. Dat is maar goed ook, want na 1 uur en 50 minuten merk je dat je achterwerk hier niet voor gemaakt is! De safari is een prima manier om de drukte van de stad even te ontvluchten. We zijn dan ook heerlijk tot rust gekomen in de woestijn.
Komend weekend sluiten we onze grote overland trip van Moskou naar Delhi af en begint een volgend hoofdstuk van onze wereldreis: Australie en Nieuw-Zeeland! Tot die tijd verkennen we Delhi, de hoofdstad van India. Hoe bijzonder India ook was, na een maand in dit inspirerende land, kijken we ook wel weer uit naar een verblijf in de westerse wereld.
Aan het einde van ons verblijf in India willen we jullie een aantal weetjes over dit bijzondere land niet onthouden:
- India staat niet bekend om zijn reinheid, maar na verloop van tijd hadden we niet eens meer door hoe vies het soms is: we stonden rustig op de kaart te kijken en zagen pas bij het weglopen dat we al die tijd midden op een vuilnisbelt hadden gestaan.
- Je hoeft je kleding in India niet zo vaak te verschonen, alle Indiase geuren overstemmen die van je kleren met gemak.
- Het eten is hier overheerlijk en we hopen een aantal recepten thuis zelf uit te proberen.
- We hebben hier als vegetariers geleefd en dat is hier heel eenvoudig.
- In India zijn we getrouwd door het leven gegaan. Dat is wel zo makkelijk om vreemde gezichten te voorkomen. Alleen komt daarna altijd de vraag: 'Hoeveel kinderen?'
- Iedereen wil wat van je in India. Dus om van lastige Indiers af te komen hebben we ons een arrogante houding aangemeten die we snel weer moeten afleren.
- Mensen in China maken graag foto's van je, maar hier is het helemaal extreem. Brutaliteit en trekken aan je armen is niet ongewoon.
- Elke stad in Rajasthan heeft zijn eigen bijnaam (roze, blauwe, romantische, gouden stad), maar of die altijd terecht is? Vooral bij het romantische gehalte van Udaipur hadden we onze vraagtekens.
- In India is alles mogelijk en zo niet, dan toch.
- Er leven veel verschillende dieren in India. Alleen al in de steden (en dus niet op het platteland) hebben wij de volgende soorten gespot: koeien, kippen, varkens, zwijnen, geiten, honden, katten, eekhoorns, ratten, muizen, apen, kamelen, salamanders, vogels.
- In India zijn de koeien heilig en dat kan je maar beter respecteren. We zijn enkele keren gewoon door ze aan de kant geduwd.
- In India heeft iedereen een vriend of familielid in Nederland, toeval?
Witte toppen en heilige rivieren
Nepal is met meer dan tien pieken hoger dan 8.000 meter het land van de besneeuwde Himalaya toppen. Onze kennismaking met dit gebergte in Tibet smaakte naar meer, dus in Nepal zijn we weer richtig deze reuzen getrokken. Het land heeft echter meer te bieden dan hoge bergen, bijvoorbeeld de jungle van Chitwan. In dit verhaal lees je over wat we na Kathmandu beleefd hebben in dit schitterende land.
Pokhara ligt iets meer dan 100 km van Kathmandu, maar is een wereld van verschil. Het toeristische gedeelte van de stad aan de oever van het meer is een oase van rust vergeleken met de chaos in Kathmandu. Je vindt hier alleen restaurants, hotels en toeristenbureautjes waar je alles kunt regelen. De twee dagen die we hier zijn gebruiken we om ons voor te bereiden op de trek langs het Annapurna gebergte (wandelstokken kopen, snacks halen en alle permits regelen) en Marcel bekijkt de stad en de bergen van grote hoogte tijdens het paragliden.
De vijfdaagse tocht die we maken start in Nayapul, waar we met een lokale bus heen stuiteren over iets dat vroeger wellicht een weg was. Vanaf Nayapul wandelen we in twee dagen door rijstvelden en bossen naar de voet van Poon Hill (een uitzichtpunt op 3.200 meter). Onderweg ontmoeten we een Frans stel en een Spanjaard, waarmee we na het wandelen gezellig eten en kletsen in de teahouses waar we verblijven. Vanaf Poon Hill hebben we fantastisch uitzicht op de Annapurna range. Onder een heldere hemel steken de besneeuwde bergtoppen prachtig af. Na Poon Hill dalen we in drie dagen af en komen we terug in Nayapul. Het mooie is dat we gedurende de hele hike uitzicht op de besneeuwde toppen hebben, alsof ze onze gids zijn. De trek was echt schitterend, door de mooie uitzichten en de prachtige omgeving en door de vriendelijke lokale bevolking die ons overal gastvrij ontvangen heeft.
Na de trekking blijven we nog drie dagen in Pokhara om wat te relaxen, wordt Ilse gemasseerd door een blinde masseur en dobberen we met een bootje op het meer, waarna we naar Chitwan reizen. Dit Nationale Park is de plek om neushoorns en als je veel geluk hebt zelfs een tijger in het wild te zien. Onderweg zien we echter eerst een hond in het wild, die Marcel in zijn been bijt. Bij aankomst in Chitwan dus eerst maar even een injectie tegen Rabies halen. Tijdens een avondwandeling in het park zien we meteen een badende neushoorn. Wat een imposant beest! En de volgende dag, als we de jungle in lopen, komen we een nog groter exemplaar tegen. Als deze grote jongen het genoeg vindt en aanstalte maakt om ons te bestormen, passen we de 'zigzag wegren techniek' toe om ons uit de voeten te maken. Naast neushoorns zien we wat aapjes, twee soorten krokodillen, veel vogels en herten. De tijger hebben we helaas alleen gehoord, niet gezien. Verder douchen we met een olifant, maken we een olifantensafari en gaan we vogels spotten tijdens een kanotocht. Al met al een heerlijk relaxed verblijf aan de rand van de jungle!
Het bezoek aan Chitwan betekent het afscheid van Nepal. We reizen namelijk door naar Varanasi in grote buur India. De rit hiernaartoe is een belevenis op zich. Je neemt namelijk de bus naar een plek vlakbij de grens, stapt over op een fietsriksja, loopt langs de beide immigratiekantoren, waagt je leven in een jeep naar Gorakphur en pakt de trein naar Varanasi. Na een kleine dag reizen kom je dan aan in een wereld die compleet het tegenovergestelde is van wat we in Nederland kennen. Varanasi is de stad van leven en dood, die je beide overal tegenkomt. Zo heb je hier langs de heilige rivier de Ganges een aantal ghats, waar lijken ritueel verbrand worden. Maar daarnaast wassen mensen zich met het heilige water. Vanuit een bootje aanschouwen we deze rituelen bij de ghats tijdens de zonsopgang. Meest opvallend hier is dat in de stad alles door elkaar mag leven (koeien, geiten, honden, ratten, muizen, mensen) en daar tussen zie je bijvoorbeeld een motor met een lijk achterop.
Vanavond vertrekken we naar Agra, onder andere om de Taj Mahal te bezoeken. Als afsluiting nog wat weetjes en opvallendheden over Nepal:
- Vrachtauto's en bussen in Nepal hebben allemaal een naam, zoals Road King of Lonely Heart. Onze favoriet: Black Beauty, met enorme zwarte rookwolken uit de knalpijp.
- De bevolking van Nepal is extreem vriendelijk! Dit maakt voor ons het land, naast de mooie dingen die je er kunt zien, nog mooier.
- In Nederland bestaat Oranjeboom niet meer, maar hier is het nog mateloos populair. Je vindt er overal reclame voor.
- Favoriet tijdsbesteding van kinderen is vliegeren. Dit doet ons denken aan het boek De Vliegeraar, ook al speelt dat zich af in Afghanistan.
- In Nepal kom je vaak zeer onopvallende, goed gecamoufleerde bosjesmannen tegen. Zij vervoeren grote bossen takken en bewegen zich als wandelende struiken over de weg.
Over het dak van de wereld
Het dak van de wereld. Zo'n plek op aarde moet je toch bezoeken. Daarom zijn we met de trein vanuit Chengdu naar Lhasa in Tibet gereisd. De laatste dag in Chengdu voelen we ons allebei wat zwakjes, maar de trein wacht niet. Onderweg worden de uitzichten vanuit de trein steeds beter, in tegenstelling tot het gevoel in onze buiken. Waarschijnlijk hebben we last van een parasiet die onze stoelgang in erge mate verstoort. Na een rit van 44 uur door adembenemende landschappen en over grote hoogte - dit spoortraject gaat over een pas van ruim 5.000 meter en is daarmee het hoogste ter wereld - komen we aan in Lhasa. Daar begroet onze gids ons met Tibetaanse sjaals als teken van vriendschap en worden we naar ons hostel gebracht. Frisse lucht en het idee dat we in Tibet zijn doen ons goed en na een paar dagen gaat het al wat beter met ons.
De eerste dag van ons bezoek aan Lhasa gaan we in alle vroegte naar Potala palace om kaartjes te boeken voor de volgende dag. Daarna leidt onze gids ons rond in de Jokhang tempel in het centrum van Lhasa. Dit is voor Tibetaanse boedhisten een van de belangrijkste religieuze plaatsen. Mensen lopen rondes om de tempel terwijl ze mantra's uitspreken. Sommigen vallen op hun knieen en strekken zich uit op de grond, om vervolgens op te staan en dit te herhalen net zolang tot ze een ronde om de tempel hebben voltooid. Ook voor en in de tempel wordt druk gebeden. De beknopte uitleg van de gids geeft ons de indruk dat het boedhisme heel uitgebreid en gecompliceerd is, maar ook erg interessant. Na het bezoek aan de tempel gaan wenaar het Sera klooster. Dit belangrijke klooster is beroemd vanwege de debatterende monniken. De monniken gaan helemaal op in het debat, dat eigenlijk meer op onderwijs van de ene monnik aan de andere lijkt. Fascinerend om te zien. Na dit bezoek doen we met onze gids een rondje langs de apotheken en vullen weonze voorraad ORS aan en rusten we de rest van de dag wat uit.
Dag 2 in Lhasa begint met een bezoek aan Potala palace. Dit paleis werd tot voor kort in de winter door de Dalai Lama gebruikt en vormt het aangezicht van Lhasa. Vanwege de beperkte tijd die we hebben gekregen om het paleis te bezoeken vertelt de gids beknopt wat er in de vele ruimtes van het paleis te zien is. Hier staan onder andere de funeral stupa's van verschillende Dalai Lama's. Ook geeft ze uitleg over het gebruik van Mandala's om bij het mediteren in de juiste stadia te komen. Een ander interessant detail is dat in al dit soort gelegenheden ook afluisterapparatuur van de Chinese overheid hangt...geen vragen dus stellen over politiek.
Na twee volle dagen in Lhasa stappen we in een jeep om verder Tibet in te trekken. Samen met onze chauffeur - met 20 jaar rijervaring - en onze gids rijden we in vier dagen naar de grens met Nepal. Op de eerste dag van deze rit rijden we over een hoge pas naar een van de heilige meren, het Yamdrok Tso meer. Onderweg passeren we flink wat fietsers, waaronder natuurlijk de nodige Nederlanders, die bezig zijn aan hun tocht van ruim 2 weken door de Himalaya. Het meer is echt schitterend en vooral de turquoise kleur maakt het bijzonder. De rit gaat verder richting Shigatse, de tweede stad van Tibet. Onderweg passeren we nog een aantal mooie meren met fantastische uitzichten, een gletsjer en bezoeken we de hoogste stupa van Tibet in Gyantse.
In Shigatse, waar we de nacht doorbrengen, bezoeken we de volgende dag een klooster voordat we verder rijden. Onderweg passeren we een aantal hoge passen (allemaal rond 5.000 meter). De bestemming van die dag is het Everest Base Camp (EBC). Als we geluk hebben kunnen we de top van de Mount Everest zien. Aan de chauffeur ligt het niet, die geeft wat extra gas bij, zodat we mogelijk op tijd zijn, maar helaas blijft de top van de Mount Everest in nevelen gehuld. Tijdens de rit vangen we gelukkig wel een glimp op van de hoogste berg ter wereld en zien we andere besneeuwde toppen van de Himalaya. De volgende dag weer een kans!
Als we de volgende dag vroeg wakker worden, gaan we snel naar buiten om de Mount Everest te zien. Helaas, ook dit keer hebben we geen geluk. Een sneeuwstorm belemmert het zicht op de top en het EBC is bedekt met een dikke laag sneeuw. Wel bijzonder eind september al in de sneeuw! Door de sneeuw krijgt de tocht van die dag een andere dimensie. Het eerste stuk is glibberen en glijden over onverharde weg (weg is eigenlijk al teveel gezegd) langs soms diepe afgronden. Daarna maken we kennis met het machtsmisbruik van Chinese autoriteiten. Vanwege de sneeuwval mogen we een pas niet over. Na aandringen van onze gids kunnen we een brief tekenen waarin we verklaren dat we op eigen risico de pas oversteken en geen hulp kunnen verwachten mocht er iets misgaan. We kunnen gelukkig door, hier wel. Eenmaal over de pas bij het volgende stadje blijkt dat landverschuivingen als gevolg van de regenval de weg naar de grensplaats blokkeren. De jeep kan er onmogelijk door en we overnachten in Nyalam (dat weg naar de hel betekent).
Na een nacht in een koud bed, hopen we dat de weg vrij is en we naar Nepal kunnen rijden. Onze gids vertelt dat dit niet het geval is en dat we tot de eerste landverschuiving kunnen rijden en daarna 30 km moeten lopen naar de grens met al onze bagage.... Gelukkig wordt de weg na 2 uur wachten alsnog vrijgegeven en rijden we gewoon met de jeep naar de grens door een prachtig landschap met watervallen waar je maar kijkt. Na wat checks aan Chinese zijde van de grens, zeggen we onze gids en China vaarwel. Onze trip door Tibet was geweldig. Het is een enorm mooi gebied en de Tibetaanse cultuur is fascinerend. Aan de andere kant heb je ook steeds een dubbel gevoel als gevolg van de Chinese aanwezigheid in Tibet. Overal vind je controleposten, soldaten en agenten. En aan de Tibetanen zelf merk je dat ze niet vrijuit kunnen spreken over politieke kwesties. Dit heeft onze kijk op China wel veranderd!
Na het afscheid lopen we door naar de Nepalese kant. Daar regelen we ons visum en stappen we in een jeep die ons naar Kathmandu brengt. Onderweg passeren we een landverschuiving die 'hersteld' was, maar waar een vrachtauto vast was komen te zitten. Onze jeep komt met veel moeite er langs, maar we kunnen door.
Aangekomen in Kathmandu vallen de verschillen tussen Nepal en China meteen op. Na het rustige Tibet is Kathmandu een gekkenhuis, waar door de smalste straatjes motoren en auto's kriskras door elkaar rijden. Bovendien is Nepal duidelijk veel armer en minder ontwikkeld dan China. Ook de mensen verschillen. In Nepal is de bevolking ook uiterst vriendelijk, maar doen ze beter hun best geld te verdienen aan toeristen dan in China. Na de trip door Tibet verwennen we onszelf met een beter hotel in Kathmandu (collega's van Het Oogziekenhuis, bedankt!). De rest van de dag rusten we wat uit.
Na een lekkere nacht slapen en een uitgebreid ontbijt verkennen we de stad met de wandelingen die in de Lonely Planet staan beschreven. Kathmandu is een hectische stad, waar je geen moment rustig stil kunt staan om de omgeving te bekijken. Na een paar uur wandelen snappen we dat een wandeling van 2 km 2 uur kan duren. We lopen verder naar Durbar square, waar zich veel tempels en het voormalig koninklijk paleis bevinden. Daarna houden we het wandelen voor gezien en nemen we een fietsriksja terug richting ons hotel.
De volgende dag - we zijn inmiddels wat beter gewend aan de drukte en het leven in Kathmandu - wandelen we naar de Monkey temple die zijn bijnaam dankt aan de vele aapjes die op de heuvel waarop de tempel is gebouwd zitten. Bovenaan de trap hebben we een mooi uitzicht over Kathmandu. Na een rondje om de stupa - met de klok mee zoals alle boedhisten doen - en het schieten van de nodige foto's wandelen we rustig terug naar ons hotel, waar we de middag gebruiken om wat praktische dingen voor India te regelen.
Na twee dagen drukte in Kathmandu ontvluchten we de stad even voor een tripje naar Nagarkot. Onderweg bezoeken we Boudha, vooral bekend om zijn hoge stupa en de kloosters die eromheen liggen. Aan het begin van de avond - net te laat om de toppen van de Himalaya nog op de foto te kunnen zetten - komen we aan in Nagarkot. Na een nacht slapen in het Hotel at the end of the universe staan we vroeg op om de zonsopkomst over de Himalaya te kunnen zien. Het is niet helemaal onbewolkt, maar we kunnen de bergen goed zien liggen. Ook hebben we mooi uitzicht op de vallei van Kathmandu. Na het ontbijt nemen we een locale bus naar Bhaktapur, een van de drie koningssteden net als Kathmandu. Hier wandelen we wat rond en bekijken we de vele tempels. Daarna gaan we terug naar Kathmandu.
Morgen vertrekken we naar Pokhara, waar we een aantal dagen door de bergen willen wandelen en daarna staat Chitwan National Park, leefgebied van tijgers en neushoorns, op het programma. Daarover horen jullie volgende keer meer!
Dwars door China
Na 3 weken China is het wel tijd voor een update. Bedankt voor jullie leuke reacties op ons vorige verhaal! Helaas is het internet hier wat traag, dus de foto's bij dit verhaal volgen binnenkort.
Vorige keer zijn we geeindigd bij de aankomst in Beijing na de reis met de Transmongolie Express. Beijing heeft heel veel te bieden en de week die wij er hebben doorgebracht is te kort om alles te zien en te doen, maar we hebben een aardige indruk gekregen door een aantal highlights te bezoeken. Dag 1 lopen we door de Verboden Stad (enorm groot complex van de keizerlijke familie) en bekijken we het plein van de Hemelse Vrede (met op elke paal meerdere bewakingscamera's), daarna nemen we een populair vervoermiddel - de fiets - en verkennen we de stad op de tweewieler. Niet te missen is ook de Chinese Muur, waar we overheen gelopen hebben (respect voor de lopers die de marathon over de Muur lopen) en van fantatische vergezichten genoten hebben. 's Avonds eten we met Erwin en Tessa die ook lang op reis zijn. Op het menu staat o.a. slang en larven! Verder bezoeken we het Zomerpaleis (een grote buitenspeelplaats voor de keizer), het Olympisch stadion (bizar dat dit allemaal gebouwd is voor een paar weken sporten), de Lama Tempel en het Park of Heaven. Na een week Beijing is onze indruk erg positief. Beijing is erg westers met vriendelijke mensen waar heel veel te doen is.Na een week Beijing gaan we met ons - tot dan toe - favoriete vervoermiddel van de reis verder China in. Een 27 uur durende treinrit later zullen we uitstappen in Chengdu. Helaas waren de bedden uitverkocht, maar hoe erg kan 27 uur op een stoel nu zijn? Nou, best erg! Gewapend met tickets banen we ons een weg door de Chinezen en vinden we onze hardseaters. Hardseater wil in deze niet alleen zeggen dat je een zere kont krijgt, maar ook dat het very hard (heel moeilijk) is om te zitten. Dat komt doordat zowel het gangpad als de ruimte tussen te stoelen gevuld is met Chinezen en hun baggage. Maar de Chinezen die een beetje Engels spreken, willen graag met je praten. Dus we maken wel leuk contact met de locals en bovendien proeven we wat lokale vruchten en noten! Kortom: niet nogmaals 27 uur op een stoel, maar het was best een leuke ervaring, achteraf! Aangekomen in Chengdu voelt de lege metro wat surrealistisch aan. Wat zijn we eenzaam. Gelukkig komen we snel aan in ons hostel en kunnen we op een bed liggen, heerlijk!
In Chengdu zelf is niet veel bijzonders te zien. Wat dat betreft is het niet heel erg dat Marcel hier een paar dagen ziek is. In die tijd regelen we onze trip door Tibet naar de grens met Nepal. Na 2 dagen bekijken we al slenterend de stad. Leuk is het People's Park met dansende en zingende mensen, theehuizen aan de rivier en traditionele oorreinigers (zelfs de Chinezen durven het niet aan een scherpe pin in hun oor te krijgen, dus nee bedankt!). De volgende dag bezoeken we het Panda reservaat, waar Chengdu bekend van is. Hier wordt geprobeerd de Giant Panda van uitsterven te redeen en daaromheen is een mooi park gebouwd waar panda's alle ruimte hebben en waar je ze goed kunt zien. Schattige beesten zijn het!
Omdat de trein naar Lhasa pas vanavond vertrekt, gebruiken we de rest van de dagen hier om een nationaal park (Jiuzhaigou) en een leuk bergdorpje (Songpan) te bezoeken. De busrit naar Jiuzhaigou voert langs de overblijfselen van dorpjes, wegen en bruggen etc. na de aardbeving die Sichuan 3 jaar geleden heeft getroffen. Bizar om te zien dat er nog auto's staan met grote rotsen erop en huizen waarvan alleen nog het dak zichtbaar is. Maar Chinezen blijven Chinezen en hebben ook hier een attractie van gemaakt, terwijl ze wel bezig zijn met het aanleggen van nieuwe wegen en dorpen. Het Jiuzhaigou park is een vallei met twee vertakkingen waarin heel veel meren en watervallen zijn. Wij hebben een van de vertakkingen wandelend bezocht en 20 km langs de schitterende meren en door de bossen gelopen. Echt heel mooi! Aan het einde van de wandeling zagen we de enorme hordes Chinese toeristen waarvoor de Lonely Planet waarschuwde.
Vanuit Jiuzhaigou rijden we naar Songpan, waar we wat door het dorpje lopen. De volgende dag wandelen we wat door de heuvels, maar dat valt door het weer een beetje tegen. Wel zien we hoe locals hun vlees verkopen. De Yak (een soort koe) hangt aan kettingen onder marktkraampjes, Yak koppen liggen in de steegjes, badend in plassen bloed. Heerlijk op de nuchtere maag! Gisteren komen we weer terug in Chengdu waar we ons voorbereiden op onze trip naar Tibet.
Vanavond vertrekt de trein naar Lhasa, waar we overmorgenmiddag (na 44 uur, maar dit keer op een bed) aankomen. We zijn erg benieuwd hoe het is op het dak van de wereld!
Als afsluiting nog een paar feitjes over China en Chinezen:
- We zijn nog steeds niet gewend dat Chinezen erg goed zijn in het produceren van rochels, plus bijbehorende smakelijke geluiden. Al kan Marcel wel al een aardige imitatie geven.
- Babies en peuters dragen geen luier, maar er zit een groot gat in de broek. Veel makkelijker!
- Stelletjes dragen dezelfde T-shirts en als het dik aan is zelfs een compleet gelijk outfit. Gelukkig hebben wij nog matchende bergschoenen en vesten van dezelfde kleur. Anders vallen we er wel erg buiten!
- Publieke toiletten zijn soms niet meer dat 4 gaten in de grond, zonder tussenschot, waar mensen graag multitasken: roken en poepen is populair.
- Het eten in Sichuan is erg lekker. Favoriet zijn Kongpao chicken en Fishflavoured pork.
9000 km met de trein van Moskou naar Beijing
Om kwart voor 12 's avonds vertrok de trein vanuit Moskou met voor ons eindbestemming Beijing. Samen met nog 6 andere gezellige Nederlanders en Belgen stapten we de trein in, die voor ons direct
een verrassing was. Hadden we ons allemaal al voorbereid op een gare trein, verbleven we de eerste vier dagen tot Irkutsk juist in een moderne trein met liefdevolle verzorging van onze provodnik
(elke dag stofzuigen en schoonmaken met een mooi schort voor, meerdere malen per dag een heerlijke maaltijd voorschotelen etc). Het leek wel of we nog bij onze ouders waren.
De Belgen Rony en Jef vormden het goede gezelschap in onze coupe en met de gezellige buren Coen en Roos bleken we zelfs tot Beijing samen te reizen en een hoop samen te doen.
Het eerste deel van de treinreis was meteenhet langste, 4 nachten hebben we er doorgebracht. Deze vlogen echter voorbij met genieten van het landschap, slapen, drankjes drinken, de trein verkennen, kletsen en lachen. Jullie begrijpen, we hebben ons goed vermaakt en als je denkt dat je alle tijd hebt om lekker wat boeken te lezen, vergeet het maar, we zaten nog maar op de helft van het eerste boek toen we in Irkutsk aankwamen. Daar zijn we direct richting Listvijanka gegaan waar we een guesthouse hadden aan het prachtige Baikalmeer. We hadden ergoed weer waardoor het meer er schitterend uitzag. We hebben het Baikalmeer bewonderd vanaf een hoger gelegen uitzichtpunt en vanaf de boulevard, waar Marcel zich te goed heeft gedaan aan een echt Omul visje. Een 'once in a lifetime experience' want deze komen alleen voor in het Baikalmeer. Wisten jullie trouwens dat je je in Siberie goed kan verbranden? We zagen aan het eind van de daggoed rood.
Naast het Baikalmeer hebben we ook een bezoek gebracht aan Irkutsk zelf, hier verbleven we in een zogenaamde homestay. Dat betekent dat je letterlijk bij iemand thuis slaapt. We sliepen in het appartement van Svetlana en haar familie, waarbij er een bed voor ons was opgemaakt in de woonkamer. Het ontbijt werd ook door haar klaargemaakt, en wat voor een. Een waar verjaardagsontbijt voor Ilse!
In Irkutsk stapten we op Ilse haar verjaardag in de trein op weg naar Mongolie. Toen kwamen we er achter wat een luxe trein we eerder hadden gehad, want de Chinese trein die we kregen was toch wat anders. Op de grensovergang van Rusland naar Mongolie hebben we uiteindelijk zeven uur stil gestaan voor een paar stempels in ons paspoort. Volgens ons ook een hoop uiterlijk vertoon. De volgende ochtend kwamen we vroeg aan op het station van Ulaan Bator waar we direct werden opgepikt door onze gids voor de 3 daagse (prive) trekking door het Terelj Nationaal Park. Samen met onze gids Joy (ook deels als vertaler), de lokale gids TerTer enstier Bertus die de wagen voorttrok. Het landschap in het park was werkelijk prachtig en onbeschrijfelijk, en de trekking was dan ook super mooi. Ondanks dat het weer met de dagen wisselde (van 30 tot 10 graden, met en zonder regen) bleef het landschap prachtig. We hebben de eerste nacht gekampeerd onder een sterrenhemel die we nog nooit zo hadden gezien en de tweede nacht sliepen we bij de lokale gids thuis in zijn Ger tent. Daar hebben we kennis gemaakt met zijn familie, hebben we lokale poducten geproefd (thee met melk en zout, gedroogde kaas, schapenkaas, koekjes met melkroom, besjes) en waren ze zo vriendelijk dat ze ons het bed van hen zelf aanboden om in te slapen. Het was een indrukwekkende belevenis om bij zijn familie thuis te mogen slapen.
Na de trekking verbleven we nog een dag in Ulaan Bator, maar dat is nauwelijks noemenswaardig. We zagen vanaf toen dan ook uit naar Beijing en na ruim een een dag in de trein, met wederom mooie uitzichten, kwamen we hier, op de eindbestemming van deze treinreis aan. De treinreis is prachtig geweest, we hebben veel beleefd, gezien, indrukken opgedaan en nieuwe vrienden gemaakt. De treinreis bouwde zich op met een steeds mooier uitzicht en het eindstuk Beijing belooft ook wat! We blijven hier lekker een week om een beetje bij te komen van de treinreis en om de tijd te hebben al het prachtigs van de stad te zien.
Tenslotte willen we jullie niet het volgende onthouden; we zijn vlak voor onze reis geinterviewd door Claudia en Freek van Backpackgek. Het resultaat kunnen jullie hier lezen: http://www.backpackgek.nl/backpackgek-interviewt-ilse-en-marcel/
Citytrips Riga & Moskou
Eindelijk is onze reis echt begonnen en wel met twee stedentrips, naarRiga en Moskou. Voordat we vertellen hoe het daar is/was, willen we eerst iedereen bedanken voor de leuke reacties, de vele goede reis wensen en de toepasselijke cadeaus!
Elke reis begint met afscheid nemen van thuis. Afgelopen dinsdag hebben onze familie en vriendenons naar Schiphol gebracht. Na een kop koffie en het inchecken van onze bagage is het moment daar: afscheid nemen voor een jaar. Dat is niet niets en het blijft dan ook niet bij iedereen droog. Half verdwaasd beseffen we als we door de douane heen zijn nog niet dat onze grote reis begonnen is.
Een korte vlucht brengt ons in Riga, waar we drie nachten blijven. Riga heeft twee gezichten, een toeristische kant (Disneyland genoemd door locals) en een echte kant. Dat echte Riga bekijken we de tweede dag . We worden rondgeleid door James van Riga Free Tour. Hij is een soort straatverteller, met verhalen over plekken in de stad waar je als toerist niet komt. Erg leuk. De laatste dag in Riga besteden we aan het bekijken van Disneyland, rondslenteren en op bankjes en terrasjes zitten. Riga is een leuke stad voor een korte citytrip met zeer vriendelijke bevolking en voor ons een mooie manier om rustig het reisgevoel te krijgen.
Van Riga vliegen we afgelopen vrijdag met een zeer vroege vlucht naar Moskou. We hebben allebei geen idee wat we van de stad en de Russen moeten verwachten. Voor we als toerist door de stad kunnen lopen, moeten we eerst het Russische schrift een beetje onder de knie krijgen. Dat valt niet mee, het lijkt namelijk helemaal niet zoveel op het Grieks dat we nog kennen van de middelbare school. Desondanks vinden we ons hotel in Sovjet stijl nog vrij snel. In Moskou kun je heerlijk rondwandelen, dat doen we dan ook veel. We bezoeken het rode plein (vol met blauwe tribunes), de St. Basil kerk (bekend van elke ansichtkaart), het Kremlin, de Kathedraal van Christus de Verlosser (ooit het grootste zwembad ter wereld), Arabt-street en nog veel meer! Moskou is een indrukwekkende stad en bevalt ons erg goed.Ondanks het feit dat bijna niemand Engels spreekt is iedereen behulpzaam en vriendelijk.
Vanavond vertrekt onze trein met eindbestemming Beijing. Vanmiddag dus nog even wat eten en drinken inslaan en ons klaar maken voor een mooie treinreis!